Met de komst van de eerste 3D-televisies verschijnen ook de eerste games in 3D. Microsoft en Sony richten zich op de thuisconsoles, terwijl Nintendo de handheldmarkt nieuw leven in probeert te blazen. Een blik achter de schermen.

In een broeierige, kleine ruimte in een kantoor in Hilversum staren vier gamers naar twee gigantische speelschermen. Alle vier dragen ze een bril met 3D-shutterglasses. Op een van de beeldschermen vliegt een klein ruimteschip om de bolling van de aarde. Het doel: asteroïden die de aarde aanvallen uit de lucht knallen. Het spel heet SuperStardust 3D en het is de driedimensionale opvolger van de klassieke game Asteroids.

De gamers in kwestie zijn op bezoek bij Sony. Begin juni brachten de Japanners als eersten 3D-games op de markt voor Playstation 3. Het pakketje met de mooie naam Stereoscopic 3D Collection bestaat uit WipeOut 3D, PAIN, SuperStardust 3D en een 3D-demo van MotorStorm: Pacific Rift. “3D leent zich uitstekend voor gaming”, vindt Bernard Groeneveld, platform- en servicemanager bij Sony.

Maar hoewel het een aardige ervaring is als de brokstukken van een vernietigd ruimteschip in SuperStardust je haast in de ogen vliegen, vallen de andere 3D-games vooralsnog wat tegen. “Dat komt omdat die pas achteraf zijn omgezet naar 3D”, legt Groeneveld uit. “Dat is veel moeilijker dan een game vanaf de start in 3D opbouwen.”

Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 9/2010, in de winkel van 30 juli t/m 26 augustus. De tekst werd geschreven door Nick Kivits.