Met hulp van Google heeft een Amerikaanse programmeur vastgesteld dat elke denkbare startpositie van Rubiks Kubus is op te lossen door maximaal twintig keer te draaien.
Het was nogal een klus om daarachter te komen, zo ervoer de programmeur in kwestie, Tomas Rokicki, de afgelopen vijftien (!) jaar. De beroemde puzzel heeft namelijk 43 triljoen mogelijke startposities; die allemaal doorrekenen vergt ontzettend veel van een computer.
Gelukkig zijn er een aantal trucs te verzinnen om de hoeveelheid werk te verkleinen. Zo komen veel van de 43 triljoen configuraties in feite op hetzelfde neer; die hoef je dus niet allemaal apart te bekijken. (Bijvoorbeeld: als je een bepaalde kubus op zijn kop zet, is dat formeel een nieuwe kubussamenstelling, maar het aantal benodigde zetten om hem op te lossen is uiteraard gelijk voor beide kubussen.)
Toch is het ook met dat soort kunstgrepen nog ondoenlijk om voor elke denkbare kubus te bepalen in hoeveel zetten hij is op te lossen. Daarom paste Rokicki een nieuwe slimmigheid toe. Die heeft te maken met de foute zetten die een computer doet als hij een bepaalde kubus probeert op te lossen, oftewel: de zetten die de kubus niet dichterbij het gewenste resultaat brengen. Normaal gesproken worden dit soort zetten weggegooid, maar Rokicki besloot ze in plaats daarvan te koppelen aan een kubus waarvoor het juist een goede zet is. Zo wist hij de hoeveelheid rekenwerk verder te beperken.
Nog steeds heb je het dan over een klus waar een heel aardige thuiscomputer 35 jaar over zou doen, maar daar hoefde Rokicki gelukkig niet op te wachten. Google stelde namelijk een deel van zijn enorme berg computers ter beschikking om de klus in een paar weken tijd te klaren. En daar is dus de conclusie uit gerold dat de kubus altijd in twintig zetten is op te lossen. Wat het voor de doorsnee kubusdraaier natuurlijk alleen maar frustrerender maakt: je weet nu zeker dat het zóveel makkelijker had gekund dan hoe jij het zit te doen…
Bronnen: New Scientist, cube20.org