Buideldieren zouden kleinere hersenen hebben dan zoogdieren als honden en paarden. Maar nieuw onderzoek gooit dat idee overhoop.
Placentadieren, zoals honden en paarden, hebben een hoge stofwisseling. Voor hun geboorte kunnen de hersenen van deze dieren daardoor goed gebruikmaken van de energie van hun moeder om te groeien. Buideldieren, zoals kangoeroes of buidelratten, hebben een lage stofwisseling. Voor hen gaat dit voordeel dus niet op. Er werd daarom lange tijd aangenomen dat de hersenen van deze dieren een stuk kleiner zijn dan die van placentadieren.
Niets is echter minder waar, zo hebben onderzoekers van de Universiteit van Cambridge en de University College London laten zien. Placentadieren hebben weliswaar een snelle ontwikkeling van de hersenen tijdens de zwangerschapsperiode, maar een relatief kleine groei ná de geboorte. Buideldieren worden daarentegen geboren met vrij weinig hersenontwikkeling, maar hun breinen maken daarna een langzame maar stabiele groei door terwijl ze door hun moeder worden verzorgd. Hierdoor zijn hersenen van buideldieren uiteindelijk net zo groot als, of zelfs groter dan, die van placentadieren.
Primaten, waar wij mensen ook toe behoren, maken gebruik van de voordelen van beide methodes bij de groei van hun hersenen. Zij krijgen een heleboel energie tijdens de groei in de baarmoeder én worden maanden of jaren na de geboorte nog goed verzorgd. Extra reden voor een grote bos bloemen voor Moederdag dus.
Bronnen: University College London
Beeld: Fir0002/Flagstaffotos/GFDL