Het klinkt zo logisch: als een ijstijd aanbreekt, daalt de zeespiegel. Maar nieuw onderzoek laat zien dat 80.000 jaar geleden juist het tegenovergestelde gebeurde.
Bij een ijstijd vormen zich op een groot deel van het aardoppervlak enorme gletsjers. Die bevatten flink wat zeewater, waarvan dus minder van overblijft om de oceanen mee te ‘vullen’. Gevolg: een daling van de zeespiegel, die kan oplopen tot meer dan 100 meter.
Alleen: een team van Amerikaanse en Spaanse wetenschappers heeft nu vastgesteld dat aan het begin van de vorige ijstijd de zeespiegel een tijdlang stéég, misschien wel met een tempo van twee meter per eeuw. Uiteindelijk zou het water zelfs een meter hoger hebben gestaan dan nu het geval is.
Jeffrey Dorale (Universiteit van Iowa) en zijn collega’s ontdekten dat door stalactieten te bestuderen in grotten op het eiland Mallorca. Daarop was het mineraal calciet afgezet; uit de hoogte van deze afzettingen konden de wetenschappers afleiden hoe hoog het water had gestaan op welk moment. Daaruit bleek dat de zeespiegel zich 80.000 jaar geleden heel wat anders gedroeg dan je zou verwachten.
Er zijn overigens al andere metingen gedaan die wezen op een zeespiegelstijging rond die tijd. Probleem is alleen dat die niet goed met elkaar te rijmen zijn; metingen uit Barbados en Nieuw-Guinea laten bijvoorbeeld een veel kleinere stijging zien. Kortom, het zal nog wel even duren voor we de ijstijdencyclus en de gevolgen daarvan voor de aarde helemaal hebben doorgrond.
Bronnen: ScienceNOW
Beeld: Ittiz/CC-BY-SA 3.0