De angst voor spinnen ontwikkelt zich bij krekels al in de baarmoeder, blijkt uit onderzoek. Wetenschappers denken dat hetzelfde ook voor mensen zou kunnen gelden.

In het onderzoek plaatsten de biologen Jon Storm (University of South Carolina Upstate) en Steven Lima (Indiana State University) zwangere krekels samen met een wolfspin in een terrarium. De slagtanden van de spin waren ongevaarlijk, waardoor het achtpotige beest de krekels niet kon doden. Wel joeg hij ze de stuipen op het lijf.

Zodra de krekels hun eitjes hadden gelegd, vergeleken de onderzoekers het gedrag van de nakomelingen wier moeder bij de spin hadden gezeten met dat van de nakomelingen wier moeder zonder die angst zwanger was geweest. Die verschillen waren enorm, zeggen de wetenschappers. De krekels met bang gemaakte moeders vluchtten 113 procent vaker naar een schuilplaats, om daar te blijven. Ook ‘bevroren’ ze vaker, een beschermingsmechanisme, wanneer ze in aanraking kwamen met spinnensporen. De andere krekeltjes hadden die natuurlijke angst niet – en werden helaas opgegeten door de wolfspin.

Ook bij mensen zou de angst voor spinnen en slangen aangeboren kunnen zijn. Het is echter nog niet duidelijk hoe die angst van de moeder dan precies wordt doorgegeven aan het ongeboren kind.

Dat baby’s vanuit de baarmoeder dingen van de buitenwereld kunnen oppikken, blijkt overigens ook uit ander onderzoek. Wetenschappers van de Universiteit van British Columbia ontdekten namelijk onlangs dat tweetaligheid al in de baarmoeder begint. Baby’s die hun moeder voor de geboorte al twee talen horen praten, zijn beter voor bereid op tweetaligheid dan moeders die maar één taal spreken.

Bronnen: LiveScience, Nu.nl

Beeld: Kriss Szkurlatowski