Terwijl een wolk allerlei wilde vormen aan kan nemen, blijft de onderkant zo plat als een pannenkoek. Hoe komt dat, vraagt Nel van Duin zich af.
Volgens Harry Geurts van het KNMI is het toverwoord ‘condensatieniveau’. Op een bepaalde hoogte in de atmosfeer is er een kritische temperatuurovergang, waar opstijgende waterdamp overgaat in de waterdruppeltjes die wij zien als wolken. Die overgang is kaarsrecht: je zou er een liniaal onder kunnen leggen.
Wel varieert de hoogte waarop de overgang plaatsvindt, doordat de temperatuuropbouw in de atmosfeer niet altijd hetzelfde is. Ook de samenstelling van de opstijgende lucht maakt een verschil. Lucht die veel waterdamp bevat, slaat eerder neer dan drogere lucht en zal dus lagere wolken creëren.
Ook een grote vraag? Mail hem naar info@kijk.nl!
Beeld: University of Victoria/School-Based Weather Station Network 2.5