China koopt overal ter wereld bedrijven, mijnen en grondstoffen op een steeds grotere economische macht te kunnen worden. Maar dat zorgt voor de nodige groeipijnen.
Op dit moment produceert het land jaarlijks drie keer zoveel steenkool als de VS en als de groeit doorzet, stijgt dat in 2012 naar vier keer de hoeveelheid. En daarmee vreet China zich in rap tempo door de eigen koolvoorraad heen. Volgens deskundigen stevent het af op peak coal; het punt waarop de vraag groter wordt dan de productiecapaciteit.
De World Coal Association heeft berekend dat China nog zo’n 110 miljard ton kolen in de grond heeft zitten en dat zou bij het huidige verbruik van 3,5 miljard ton per jaar grofweg genoeg moeten zijn voor de komende dertig jaar. Maar als de vraag naar kolen jaarlijks met de huidige 10 procent blijft stijgen, is het land al over 21 jaar door die voorraad heen. Dat kan vervelende gevolgen hebben, want het land leunt zwaar op het zwarte goud voor de energievoorziening; 70 procent van de benodigde energie wordt er namelijk mee opgewekt.
Volgens ingewijden overweegt Beijing dan ook om de productie te beperken tot 3,6 of 3,8 miljard ton per jaar om het op die manier zo lang mogelijk uit te kunnen zingen. De Chinezen importeren nu al steeds meer kolen uit landen als Canada, Australië, Indonesië, Colombia, Zuid-Afrika en de VS. Om te blijven groeien zullen ze daar dus steeds afhankelijker van worden.
In KIJK 3/2011 kun je meer lezen over het probleem van oprakende grondstoffen.
Bronnen: UPI, Energy Daily, New York Times
Beeld: World Coal Association