Een team van astronomen heeft ontdekt dat de uitdijing van het heelal 5 tot 9 procent sneller gaat dan tot nu toe werd aangenomen. Dat kan bijzondere gevolgen hebben.
Het heelal wordt groter en groter; al sinds de oerknal dijt het heelal uit. In 1998 ontdekten twee teams van wetenschappers dat het heelal niet vertraagd uitdijt, maar juist versneld. Een team van astronomen heeft nu vastgesteld dat dit sneller gaat dan we eerder hadden aangenomen.
Donkere energie
Verschillende astronomen rond Nobelprijswinnaar Adam Riess zetten de Hubble-ruimtetelescoop in om de afstanden tot 2400 sterren en driehonderd supernova’s op een accurate wijze op te meten. Hierdoor ontdekten ze dat het universum zich 5 tot 9 procent sneller uitdijt dan eerder werd verondersteld.
Er zijn verschillende mogelijke verklaringen voor de hogere expansiesnelheid. Zo kan die volgens de onderzoekers te maken hebben met donkere energie, die sterrenstelsels met een toenemende kracht uit elkaar trekt.
Ook kunnen onbekende subatomaire deeltjes de expansie verklaren. Dit zijn deeltjes die nog kleiner zijn dan een atoom. Deze bewegen zich voort met een snelheid die bijna net zo snel is als het licht en kunnen de energiebalans van het universum hebben verstoord.
Scheuren
In elk geval verwacht hoofdonderzoeker Brad Tucker dat beide scenario’s grote gevolgen hebben voor het universum. “Als de versnelling niet te groot is, koelt het universum af en krijgen we te maken met een Big Freeze”, stelt hij.
“Als het universum de snelheid van het uitdijen niet meer kan bijhouden, ontstaat er echter een Big Rip. Het universum zal letterlijk uit elkaar scheuren; dat zou geweldig zijn.”
Gelukkig had Tucker ook een geruststellender verhaal paraat. Hij wijst erop dat dit fenomeen nog miljarden jaren kan duren. De kans dat wij het nog zullen meemaken, is dus niet bijster groot.
Bronnen: The Astrophysicial Journal, ScienceAlert