Natuur- en sterrenkundigen bedenken de gekste dingen bij hun pogingen om de kosmos beter te begrijpen. In deze rubriek elke maand een mooi voorbeeld. Ditmaal: astronomen hebben het hart van de Melkweg doorgelicht op signalen van aliens.
Aan de ene kant zoekt de mensheid al zo’n zeventig jaar naar tekenen van buitenaardse beschavingen – en al dat werk heeft nog geen enkel ondubbelzinnig signaal opgeleverd. Aan de andere kant beginnen we eigenlijk pas net. Stel je alle data die je zou kúnnen doorzoeken op bewijs voor buitenaardse intelligentie voor als al het water in de oceanen bij elkaar. Dan hebben we van die enorme plas vooralsnog “een grote badkuip of klein zwembad” daadwerkelijk doorzocht, zo stelden Amerikaanse astronomen een paar jaar geleden.
Nu kan geen enkele zoektocht ons in één klap van dat kleine zwembad naar, zeg, de Indische Oceaan helpen, maar er wordt wel steeds meer mogelijk. Zo gebruikten sterrenkundige Akshay Suresh van de Cornell-universiteit in de Verenigde Staten en collega’s een algoritme om maar liefst 600.000 sterren door te lichten op mogelijke buitenaardse bakens.
Meer van de Far Out-rubriek:
- Zijn buitenaardse ruimteschepen te vinden dankzij zwaartekrachtgolven?
- De speurtocht naar communicatienetwerk van buitenaards leven
Biep biep beeeeep
Suresh en zijn team richtten zich daarbij op het centrum van ons sterrenstelsel, de Melkweg. Aan de ene kant lijkt dat logisch. Daar zijn nu eenmaal een heleboel sterren te vinden, en dus ook de nodige planeten waar buitenaardse beschavingen voor zouden kunnen komen. Aan de andere kant lijkt dit gebied niet bij uitstek geschikt voor leven. Doordat het binnenste van de Melkweg zo druk is, is de kans ook groter dat een planeet er te maken krijgt met gevaarlijke straling, bijvoorbeeld van een nabije zware ster die als supernova explodeert. Ook zouden er vaker bombardementen plaatsvinden van kometen die door een passerende ster uit hun baan zijn geduwd.
Maar Suresh lijkt zich daar niet zoveel zorgen om te maken. “Het universum bevat veel meer lichte sterren dan zware sterren die als supernova kunnen exploderen”, zegt hij. “Daardoor is het onwaarschijnlijk dat mogelijke explosies in het hart van de Melkweg de kans op het vinden van buitenaards leven flink kleiner maken.” Ook de niet bij het onderzoek betrokken Jean-Luc Margot, sterrenkundige aan de Universiteit van Californië te Los Angeles, ziet het centrum van de Melkweg niet als een gebied dat je maar beter kunt overslaan bij de zoektocht naar buitenaards leven. “In grote lijnen is elke ster het bestuderen waard”, zegt hij.
Waar eerdere studies zich vooral richtten op radiosignalen die de hele tijd hetzelfde zijn, ging het bij het nieuwe onderzoek specifiek naar periodieke signalen, oftewel: signalen met een herhalend patroon. (Dus niet ‘beeeeeeeep’, maar bijvoorbeeld ‘biep biep beeeeep biep biep beeeeep’.) Nu zou juist zo’n herhalend patroon bij uitstek kunnen wijzen op een kunstmatige oorsprong. Dus waarom zijn dat soort signalen dan tot nu toe grotendeels genegeerd bij de zoektocht naar buitenaards leven? Dat heeft vooral een praktische reden, legt Suresh uit. “Ons algoritme – dat al in 1969 werd bedacht – heeft flink wat computer-rekenkracht nodig als je het laat zoeken naar zich snel herhalende signalen. Daardoor is het pas sinds kort te gebruiken bij grootschalige zoektochten naar dat soort signalen.”
Goudzoekers
En hoe ging die nieuwe zoektocht dan in zijn werk? Suresh en collega’s keken steeds naar twee plekken aan de hemel die een flink eind van elkaar gescheiden waren. Bij een signaal afkomstig van een buitenaardse beschaving zou je dan verwachten dat je het wél van de ene plek, maar niet van de andere plek ziet komen. (Lijkt het van beide plekken te komen, dan heb je waarschijnlijk te maken met een aardse stoorzender.) Vervolgens vergeleken ze die ene plek nog twee keer met een andere plek aan de hemel, ter controle.
Helaas – of gelukkig, voor wie eventuele aliens geen goede bedoelingen toedicht – vonden de onderzoekers geen enkel periodiek signaal dat tot drie keer toe wél van de ene plek aan de hemel, en niet van een andere plek leek te komen. Oftewel: ze konden geen ster aanwijzen als interessant doelwit voor vervolgonderzoek.
Het feit dat Suresh en zijn team niets vonden, zegt alleen weinig over de kans dat er ergens intelligent buitenaards leven is. Ook hier geldt weer dat ze – ondanks het grote aantal bestudeerde sterren – maar een heel klein deel van alle mogelijkheden hebben bekeken. “Het is alsof de onderzoekers op zoek zijn naar goud en rapporteren dat ze in Los Angeles niks gevonden hebben”, zegt Margot, die overigens wel heel enthousiast is over de studie.
En het hoeft ook niet bij ‘Los Angeles’ te blijven. Het gebruikte algoritme “is gemakkelijk toe te passen op alle data van radiozoektochten naar buitenaardse intelligentie die in een standaardformaat zijn opgeslagen”, zegt Suresh. Waarschijnlijk kunnen we dus nog de nodige wetenschappelijke publicaties volgens hetzelfde recept tegemoetzien. En wie weet zit daar dan wél een keer een ster tussen die ‘biep biep beeeep’ tegen ons lijkt te zeggen.
Jean-Paul Keulen is wetenschapsjournalist gespecialiseerd in natuur- en sterrenkunde. Voor dit artikel raadpleegde hij de volgende literatuur: Akshay Suresh e.a.: A 4-8 GHz Galactic Center Search for Periodic Technosignatures, The Astronomical Journal (30 mei 2023).
Nog meer bronnen: SETI, Live Science, Popular Science
Deze Far Out staat in kijk 9/2023. Hieronder eenvoudig te bestellen, met gratis verzending binnen Nederland.