KIJK sprak met de bekende Amerikaanse filosoof Peter Singer over onder meer dierenleed en euthanasie.
Sinds wanneer vallen dierenrechten, euthanasie en ontwikkelingshulp onder één en hetzelfde onderwerp? Wie met de Australische ethicus Peter Singer praat, komt algauw tot de conclusie dat ze in elk geval niet ver uit elkaar liggen. Singer is een utilitaristisch filosoof. Kort gezegd: hij vindt handelingen goed als ze het geluk en de verlangens van de betrokkenen bevorderen, en slecht wanneer ze leed veroorzaken of verlangens frustreren. Die simpele stelling maakte hem tot grondlegger van de moderne dierenrechtenbeweging, maar leidde ook tot geruchtmakende uitspraken over vrijwillige levenseindes en de noodzaak tot ontwikkelingshulp. KIJK sprak de filosoof tijdens een bezoek aan Nederland.
KIJK: U hebt vast een gemengd gevoel bij Nederland: het enige land ter wereld met een Partij voor de Dieren in het parlement, maar ook een land met veel bio-industrie.
Peter Singer: “Nederland heeft voor Europese begrippen veel intensieve veeteelt, maar vergeleken met de Verenigde Staten valt het wel weer mee. En hoewel ik elke vorm van factory farming verafschuw, zijn de regels voor boeren in heel Europa grotendeels strenger dan die in de Verenigde Staten of Australië. Natuurlijk moet er nog veel gebeuren, hoewel ik denk dat men hier meer met dieren is begaan dan op veel andere plekken in de wereld. Ik merk dat er in Nederland op een hoger niveau over wordt gediscussieerd dan elders – ondanks dat alle landen van de Europese Unie dierenwelzijn als issue hebben geaccepteerd. Daardoor heb ik het gevoel dat er in Nederland veel mensen zijn die – op zijn minst op een algemene manier – zich kunnen vinden in mijn ideeën.”
Dat blijkt misschien ook uit het feit dat Nederland het eerste land was waar euthanasie werd gelegaliseerd; een onderwerp waar u al jaren over schrijft.
“Een van de helderste dingen die we in de ethiek kunnen zeggen, is dat het verkeerd is voor een wezen om te lijden zonder doel – dus zonder dat er een belangrijkere noodzaak of rechtvaardiging voor is. Het onderliggende element van veel van mijn werk is dan ook het verlangen om onnodig leed te verminderen of te elimineren. Daarom schrijf ik over dierenwelzijn, en daarom schrijf ik over euthanasie. Als iemand ziek is, als iemands levenskwaliteit zo is afgenomen dat het leven niet meer de moeite waard is, als iemand lijdt en niet meer wil doorleven, dan is ieder verder leed dat die persoon ervaart onnodig. Ik zie geen groter doel daarachter, dus waarom zouden we zo’n iemand dwingen om tegen zijn zin te leven?”
In uw boek Practical ethics wijdt u diverse hoofdstukken aan euthanasie, maar uiteindelijk komt het dus neer op de klassiek utilitaristische gedachte dat leed moet worden vermeden?
“Natuurlijk valt er meer over te zeggen. Er zijn feitelijke bezwaren, van mensen die vrezen dat euthanasie zal leiden tot misbruik – en tot mensen die worden gedood zonder dat ze dat willen of zonder dat het nodig is. En er zijn morele bezwaren, van mensen die vinden dat het intrinsiek fout is om een onschuldig mensenleven te nemen. Maar daarbuiten is het inderdaad een redelijk rechttoe rechtaan toepassing van de utilitaristische positie. Euthanasie is, volgens mij, een van de makkelijkere, controversiële, sociale onderwerpen om de juiste conclusie bij te vinden.”
Dit is een fragment van een interview te vinden in KIJK 1/2013. Dit nummer ligt in de winkel van 14 december 2012 tot en met 10 januari 2013.
Tekst: Rik Peters
Beeld: Bbsrock/CC BY-SA 3.0