Als alles voorspoedig blijft verlopen, koopt Nederland volgend jaar 37 F-35’s. Ondertussen gaat het bekvechten tussen voor- en tegenstanders van het vliegtuig door. KIJK reisde naar Florida en ontmoette daar de enige Nederlanders die tot nu toe écht recht van spreken hebben: twee jachtvliegers met een F-35-opleiding achter de kiezen.
Op z’n zachtst gezegd zijn ze nogal verdeeld, de meningen over wat de beste vervanging voor ‘onze’ F-16 is. Zeker toen in 2002 werd besloten dat Nederland in het Joint Strike Fighter-project zou stappen, barstte er een storm van kritiek los. Je hoorde dingen als: “De Saab Gripen is veul beter dan die F-35.” Of: “Stealth is achterhaald en de JSF dus volledig nutteloos.” Nog zo’n opinie: “De Eurofighter Typhoon, dát is pas een toestel.” De F-35 werd zelfs “een vliegende Fyra” genoemd.
Daarom was het voor alle tegenstanders slecht nieuws toen eerder dit jaar besloten werd dat Nederland voor 4,5 miljard euro 37 exemplaren van de F-35A gaat kopen. En hoewel de Koninklijke Luchtmacht pas ergens na 2019 over alle F-35’s kan beschikken, worden in de Verenigde Staten nu al de eerste vliegers opgeleid. Hoe gaat dat in zijn werk? En vooral: wat zijn hun ervaringen?
Dit is het begin van een artikel te vinden in KIJK 10/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 21 augustus tot en met 17 september.
Meer informatie: