In een broedkolonie lijken meeuwen groepsdieren bij uitstek, maar bij het zoeken van eten trekt elke vogel zijn eigen plan. Dat ontdekte Judy Shamoun-Baranes, die de dieren met GPS-trackers in de gaten houdt. KIJK sprak met haar over de omzwervingen van haar kleine mantelmeeuwen en de overlast die de beesten kunnen veroorzaken.
KIJK: Omzwervingen? Vliegen die meeuwen dan niet standaard naar de dichtstbijzijnde vuilnisbelt of vissersboot?
“Nee, de meeuwen blijken heel erg individuele keuzes te maken. Sommigen beperken hun actieradius tot enkele kilometers; die gaan eens naar Den Helder, pikken een visje mee uit zee, en vliegen dan weer terug. Anderen gaan regelmatig een dagje naar Amsterdam, om daar elke keer een uur lang op dezelfde brug te gaan zitten. En begin mei hadden we zelfs een koppeltje dat vlak voor het broedseizoen nog even op en neer naar Engeland ging. Alsof ze eerst op huwelijksreis wilden, voor ze aan het avontuur van de eieren zouden beginnen. De eindbestemming van deze geliefden bleek een chipsfabriek te zijn. Ik vind dat fascinerend. Wat gaat er in die beesten om? Hoe komen ze tot hun beslissing? En hoe weten ze waar de chips te vinden zijn? Ze hebben goede ogen en veel zeevogels kunnen tot op tientallen kilometers afstand dingen ruiken. Maar misschien is er ook een vorm van communicatie geweest. Meeuwen zijn heel sociale beesten; reageren sterk op elkaar. Het is redelijk goed bekend waar meeuwen tijdens de wintertrek zoal heen vliegen, maar hoe ze hun dag besteden weet eigenlijk niemand. Vliegen kost veel energie, dus het is zaak slimme keuzes te maken. Intussen krijgen de zeevogels telkens met veranderingen in hun leefomgeving te maken, omdat de mens de kust steeds is aan het herinrichten. Vaak wordt gezegd dat windmolenparken een grote invloed op de vogels gaan hebben. Wij kunnen straks met onze metingen vaststellen of dat inderdaad zo is.”
Hoe ver zijn jullie al?
“Er zijn nu 51 kleine mantelmeeuwen die met een zender rondvliegen en sinds vorig jaar ook een aantal zilvermeeuwen. Wat we zien, is dat de kleine mantelmeeuwen van Texel voornamelijk van visafval uit de Noordzee leven, maar ook veel voedsel op land zoeken. En er zit een opmerkelijk patroon in: de mannetjes vliegen vooral boven zee, de vrouwtjes vooral boven land. Helaas laten de GPS-gegevens niet zien wat er op de verschillende locaties te halen valt. Vorig jaar was een biogasinstallatie in de buurt van het Noord-Hollandse dorpje Warmenhuizen een populaire bestemming voor veel van onze meeuwen. Dat is vanuit Texel een tocht van ongeveer 35 kilometer, enkele reis. Op de satellietbeelden van Google Earth was niks bijzonders te zien, dus we hadden geen idee wat ze er te zoeken hadden. Tot een van onze studenten een kijkje ging nemen. Toen bleek dat er een afvaldepot van McDonald’s op het terrein was neergezet dat nog niet op de satellietbeelden stond. Dit jaar lieten onze meeuwen Warmenhuizen links liggen; het afvaldepot is alweer opgeheven. Interessant, maar als we op elke hangplek van de vogels moeten gaan kijken, zijn we snel door ons reisbudget heen. Daarom hebben we een app gemaakt: Vogel het uit! Hiermee kunnen mensen die toevallig in de buurt zijn de waarnemingen voor ons doen. Wij stellen vragen, zij leveren de antwoorden – én ze blijven op de hoogte van de stand van zaken. Dat is eigenlijk het leukste van de app, dat er heel veel mensen betrokken raken bij wat je aan het doen bent.”
VVD-kamerlid Rudmer Heerema pleit ervoor dat meeuwen afgeschoten of vergast mogen worden, vanwege de overlast die ze veroorzaken in steden dicht bij de kust. Wat vindt u daar van?
“Tsja. Ik kan me voorstellen dat de overlast vervelend is. Meeuwen zijn behoorlijk grote beesten, ze kunnen veel herrie maken en als ze de friet uit je handen wegpikken, is dat best eng. Maar uit ons onderzoek blijkt dat het nog helemaal niet zo simpel is om hier een goede oplossing voor te verzinnen. In het stadje St Ives in Engeland hebben ze ook veel meeuwenoverlast. De beesten bouwen hun nesten op de daken van de huizen en overdag vallen ze bewoners en toeristen lastig als die een ijsje gaan eten. Dit voorjaar hebben wij een paar van de meeuwen die daar op de daken zaten van een zender voorzien, en wat bleek? Zij gaan voor hun voedsel steevast naar zee of naar landbouwgebieden in de buurt. Die ijsjesdieven komen op hun beurt misschien wel weer heel ergens anders vandaan. Wat ik daarmee wil zeggen, is dat je eerst moet begrijpen wat er gaande is, voor je maatregelen kunt nemen. Wie ziet wat voor afstanden de meeuwen overbruggen, begrijpt meteen dat plaatselijke bestrijding door ze af te maken zinloos is. Je kan geen meeuwenvacuüm creëren op een plek naar keuze.”
Dit is een fragment van een interview, te vinden in KIJK 11/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 16 oktober tot en met 12 november.
Tekst: Marlies ter Voorde