Als ergens iets onverklaarbaars of geheimzinnigs gebeurt, zijn er altijd mensen die roepen dat het om een samenzwering gaat. Hoe ontstaan die verhalen en wat is ervan waar? Deze maand: de schimmige gang van zaken rond een door de Russen neergeschoten Koreaanse Boeing.
Het is 1983 en de Koude Oorlog is in volle gang. Sterker nog, de Amerikanen hebben de thermostaat net weer een paar graden lager gedraaid door een grootschalige marineoefening te houden voor de oostkust van de Sovjet-Unie en voorstellen te doen voor een omstreden afweersysteem, waarmee vanuit de ruimte intercontinentale ballistische raketten kunnen worden neergehaald. Bovendien schenden Amerikaanse vliegtuigen regelmatig het Russische luchtruim met allerlei spionagevliegtuigen. Daarmee willen ze de Russen dwingen om hun radarsystemen in te schakelen, zodat ze een goed beeld kunnen krijgen van de posities en de capaciteiten van de vijandelijke luchtverdediging.
Te midden van die militaire pesterijen en levensgevaarlijke kat-en-muisspelletjes vertrekt op 1 september 1983 een Boeing 747 van Korean Air Lines van Anchorage (Alaska) naar Gimpo International Airport in Seoul. De 246 passagiers en 23 bemanningsleden zijn uren geleden uit New York vertrokken; Anchorage was de laatste tussenstop. Via de 75 kilometer brede vliegroute R-20, een van de drukste ‘luchtsnelwegen’ in dat deel van de wereld, is het nog een paar uur naar hun eindbestemming.
Maar na een tijdje begint de Boeing langzaam en ongemerkt van route R-20 af te wijken. Het toestel volgt een noordelijkere koers, waardoor het uiteindelijk in het Russische luchtruim terecht zal komen. En dat niet alleen, vlucht KAL 007 vliegt op deze manier over een hele reeks ultrageheime radarinstallaties, marinehavens en andere gevoelige militaire objecten.
Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 11/2010, in de winkel van 24 september tot en met 21 oktober.
Meer informatie:
Beeld: US Air Force