Afgeleid door vogelgetjilp, de kopjes van kat Rudolf en het geknetter van een nog nagloeiend kampvuur schrijf ik deze column.
Het is dat ik een laptop op schoot heb en mijn mobieltjes naast me liggen, anders zou ik me zomaar in het pre-techtijdperk wanen. Niet gedacht dat gadgetverslaafde ondergetekende dat ooit zou zeggen: maar wat een genot!
Ik verblijf een weekje in het idyllische Belgische vakantiehuis van Sanomaâs digitale directeur Michiel Buitelaar. Althans: nog nĂ©t onze digiteur. Over een paar maanden zal hij de uitgeverij van KIJK â en tientallen andere tijdschriften â verlaten.
En die gedachte zet aan tot mijmeren. Hoe moet dat nou, zonder onze nullen- en enen-man? Komt het dan wel goed met onze uitgeverij, die net als alle mediabedrijven te kampen heeft met teruglopende bladenverkopen en snackende, digitale consumenten?
Voor de uitgeverij kan ik niet spreken; vraag dat de directeuren maar. Maar voor KIJK kan ik dat wel. En jĂĄ; dat komt goed. Al was het maar omdat we onze tijd altijd al ver vooruit waren.
We schrijven 1982. Het is het jaar waarin ik het levenslicht zag en in zekere zin de iPad ook. Nog niet bij Apple, maar wel bij KIJK. Want in februari van dat jaar lazen tienduizenden KIJK-lezers al over een toekomstig âsoort tableautje, ter grootte van een blocnote dat draadloos in contact staat met de huiscomputer. Via dat schermpje staan we in contact met de rest van de wereldâ.
1982, mensen! Wie toen ĂŒberhaupt al een soort van âhuiscomputerâ met een enigszins acceptabele vorm van internet had, mag het zeggen… Het duurde even, maar in het jaar 2010 kregen we gelijk.
KIJK-lezer Melle Lorijn wees ons er onlangs op dat het opnieuw tijd werd de balans op te maken. Want in augustus 2003 waagden we weer een blik in onze kristallen bol. Wat is er tien jaar later van die voorspellingen uitgekomen? Nou eh… wat dacht je van de op handen zijnde Apple iWatch (of de iWrist zoals wij hem noemden)? En â tromgeroffel â Google Glass?
Ik geloof dat we het abonneebestand maar eens goed moeten doornemen. Het zou mij niets verbazen als daar ook ene L. Page, S. Brin en wijlen S. Jobs tussen staan. In elk geval staat er ook een M. Buitelaar tussen. âKomt dus wel goed met die manâ, verzucht ik terwijl ik mijn laptop dichtklap en Rudolf mijn koffie omkopt.
Deze redactionele column vind je ook terug in KIJK 9/2013.
Beeld: Studio 5982