Wie is sneller op zijn plek van bestemming: iemand met een auto voor de deur, of iemand met een mobieltje en toegang tot verschillende vervoersmiddelen? De smartphone van KIJK-verslaggever Mark van Baal neemt het op tegen de rappe Golf GTI van ondernemer Martijn Haas. Een race in vijf etappes.
Wie van A naar B wil, kan tegenwoordig kiezen uit vele vervoersmiddelen. Je kunt ze stuk voor stuk vinden met een smartphone en met een plastic kaartje zijn ze toegankelijk; of het nu trein, tram, huurauto of huurfiets is. Wie slim wisselt van vervoersmiddel (multimodaal reizen in jargon), zou weleens sneller kunnen zijn dan iemand met een eigen auto voor de deur. Om te testen of dat inderdaad zo is, ga ik de strijd aan met mijn vriend, de ondernemer Martijn Haas. Hij in zijn Volkswagen Golf GTI, ik met een smartphone op zak. Om niet doelloos rond te reizen, bezoeken we vijf mensen die ons bijpraten over de technologische en maatschappelijke ontwikkelingen in multimodaal reizen.
Etappe 1
“Ik hoop dat het gaat regenen”, denk ik voor het eerst in mijn leven. Het is acht uur ’s ochtends en voor het station van Den Bosch drinken we koffie in Martijns Golf. Over enkele minuten begint de wedstrijd. Regen = file, redeneer ik, want zonder files kan ik niet winnen, zeker niet van een automobilist die een maximumsnelheid van 130 kilometer per uur interpreteert als 140, 150. Mijn topsnelheid vandaag wordt 160.
Onze eerste stop is in Rotterdam, bij Greenwheels, het autodeelbedrijf dat de laatste tien jaar duizenden auto’s heeft uitgezet in Nederland. Ik kijk op de reisplanner van de NS. De volgende trein richting Rotterdam vertrekt om 8.20 uur. Om 8.14 uur stap ik uit Martijns auto en daarmee start de race. Als de trein om 8.23 uur met drie minuten vertraging het station uitrijdt, draait Martijn al de snelweg op. De 3,5 kilometer achterstand kan ik alleen nog maar inhalen als mijn tegenstander in een flinke file belandt. Ik moet ook nog eens via Tilburg en Breda, terwijl Martijn deze steden links kan laten liggen en over de A59 in één rechte lijn naar het westen rijdt. Laat het regenen!
In de trein kijk ik op Google Maps waar het kantoor van Greenwheels zich bevindt: in de wijk Cool, 1,6 kilometer van het station. Ideaal voor een ov-fiets. Om 9.06 uur zie ik links de fileloze A16 voor het Hollands Diep. Martijn heeft de Moerdijkbrug tien minuten geleden al gepasseerd. Maar hij krijgt nu nog stoplichten op de Maasboulevard, terwijl ik in volle vaart doorstoom naar Station Rotterdam CS. Het inhalen kan beginnen.
Om 9.25 uur scant een medewerkster van de fietsenstalling mijn OV-kaart en overhandigt me een sleutel van een ov-fiets. Op datzelfde moment rijdt Martijn 500 meter verderop een rondje om de fontein van het Hofplein. Als ik vijf minuten later mijn fiets aan een hek heb vastgezet, bel ik hem. Een deus ex machina heeft me gered: Martijns TomTom krijgt niet genoeg satellietsignalen en weet niet meer waar hij is. Martijn dus ook niet…
Dit is het begin van een artikel uit KIJK 5/2012, in de winkel van 6 april tot en met 3 mei.
Tekst: Mark van Baal
Beeld: Mr. Pen