Als er één oermens een postuum pr-probleem heeft, is het de Neanderthaler. Maar het beeld van een achterlijke, woeste baardaap raakt op zijn retour. Uit allerlei nieuwe vondsten blijkt dat onze ‘oerneef’ een heel stuk slimmer én interessanter is dan werd gedacht.
Eindelijk hebben we in Nederland een echt Neanderthalerfossiel. Een stukje bot van ónze éigen oermens. Op het eerste gezicht stelt het niet veel voor: het is een tien centimeter groot scherfje van een wenkbrauwboog. Maar datzelfde scherfje is ook het trotse begin van de geheel vernieuwde vaste tentoonstelling Archeologie van Nederland, die half januari werd geopend in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Voor Luc Amkreutz, samensteller van de expositie, is het een logische keuze: “Het geeft aan dat de Homo sapiens niet de eerste én niet de enige mens was in Nederland. En dat het Nederland zoals we dat nu kennen er niet altijd zo uitzag.”
Dus begint de expositie over onze oudste geschiedenis niet met onszelf, maar met een fossiel van een andere mensensoort: Homo neanderthalensis. Fossielen van dit ‘neefje’ van de moderne mens zijn bekend uit West-Europa, uit het Midden-Oosten en van vindplaatsen tot in centraal Azië. De eerste Neanderthalerachtigen verschijnen ongeveer een half miljoen jaar geleden, lang voordat de moderne mens zijn intrede doet. In onze buurt kennen we overblijfselen van Neanderthalers vooral uit België en Duitsland, en sinds kort dus ook van het stukje wenkbrauwboog dat vlak voor de Zeeuwse kust uit de Noordzee werd gevist.
De eerste moderne mensen komen rond 40.000 jaar geleden Europa binnen. De laatste Neanderthalers hielden het in Zuidwest-Europa wellicht nog tot 30.000 (of zelfs 28.000) jaar geleden vol. Hoe dan ook, de Neanderthaler en de moderne mens hebben in Europa enige tijd naast elkaar geleefd. En nu er steeds meer aanwijzingen komen dat ook Neanderthalers een hoop vaardigheden beheersten die tot voor kort als exclusief ‘menselijk’ te boek stonden, geeft dat nieuwe deining in het toch al roerige wereldje van oermenskundigen.
Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 4/2011, in de winkel van 11 maart tot en met 10 april. De tekst werd geschreven door Anne Schulp.
Beeld: EPA/ANP