De aarde verstedelijkt – en dat zal voor iedereen gevolgen hebben. De vraag is of we blij moeten zijn met deze almaar aanhoudende urbanisatie. De één ziet verstedelijking als remedie tegen alles wat verkeerd is, de ander wijst vooral op grote nadelen. KIJK maakt de balans op.
In 1950 woonde zo’n 30 procent van de wereldbevolking in de stad. Tegenwoordig is dat al iets meer dan de helft. En de groei zet door; in 2050 mag zelfs 70 procent van de aardbewoners zich stedeling noemen. Tegen die tijd zijn er zo’n 3 miljard mensen extra naar de stad zijn getrokken: de grootste en waarschijnlijk laatste migratie uit de geschiedenis.
Voor we stilstaan bij de gevolgen van deze enorme volksverhuizing, is het goed om naar de oorzaak te kijken. Wie beelden ziet van de arme delen van Bangkok, de favela’s in Rio de Janeiro of de golfplatenwijken in Johannesburg zal zich afvragen waarom al deze mensen in hemelsnaam in de stad willen wonen. Hivbesmettingen, drugsbendes, moordpartijen, armoede, kindersterfte: google ‘sloppenwijk’ en de lijst met ellende is eindeloos. Waarom blijven al deze mensen niet in hun plaats van herkomst? Wat trekt hen naar de stad?
Het antwoord is simpel: een uitzicht op een betere toekomst. De stad heeft werk, de stad heeft groeimogelijkheden, basisscholen, ziekenhuizen, winkels, stroomvoorzieningen. In de stad ‘gebeurt het’, al eeuwenlang. We danken de wijsheden van de oude Grieken aan Athene, het Romeinse Rijk dreef op de stad Rome, de renaissance ontstond in steden als Milaan en Florence. Opmerkelijk veel revoluties, innovaties of uitvindingen – van de industriële revolutie tot de iPad – vonden hun oorsprong in een stad.
Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 2/2013, in de winkel van 11 januari tot en met 7 februari.
Beeld: Aldon Scott Mc Leod