KIJK-columnist Diederik Jekel vertelt over zijn fascinatie met het heelal.
Al sinds mijn vijfde ben ik mateloos gefascineerd door de ruimte. Als kind verslond ik boeken over de kosmos en wist omlooptijden, massa’s en eigenschappen van zowat alle hemellichamen. Dat soort lijstjesfetisjisme zie je wel vaker bij kinderen. Er zijn jongetjes en meisjes die zowat elk automerk herkennen van een foto.
Een paar jaar geleden realiseerde ik me ineens waarom sterrenkunde zo magisch is. Alles wat wij weten van de kosmos en waar we vandaan komen, komt tot ons via licht. We kunnen niet zomaar door de ruimte reizen en dingen aanraken, we moeten alles afleiden door slim naar straaltjes sterrenschijnsel te kijken.
We weten waar de planeten van gemaakt zijn, dat het heelal uitdijt, we weten dat er zwarte gaten zijn en dat er ontelbaar veel planeten rond andere sterren dan de zon draaien. Toen ik vijf was – we spreken nu over het jaar 1989 – moest de mensheid nog drie jaar wachten voordat de eerste exoplaneet werd ontdekt. Exoplaneten zijn planeten die rond een andere ster draaien dan de zon, en zoiets geweldigs vond je nergens in de boeken die ik had. Kortgeleden is berekend dat er waarschijnlijk zo’n 17 miljard aarde-achtige planeten in de Melkweg zitten.
Wat ik zo mooi vind aan de wetenschap, en zeker aan de kosmologie, is dat het ineens je blik verruimt en dat het ons mensen net iets minder bijzonder maakt. We worden er wat nietiger en bescheidener door. We zijn niet het middelpunt van het universum, maar leven gewoon op een gemiddelde planeet die draait om een normale ster, in een simpele arm van een sterrenstelsel zoals er miljarden van zijn.
Al in de zestiende eeuw was er een Italiaan, Giordano Bruno, die bedacht dat de zon een simpele ster was en dat daar planeten omheen draaien, allemaal met leven erop. Ga even na hoe bijzonder het is dat je nu leeft in een tijd waarin dat daadwerkelijk onderzocht kan worden. Wat betreft de sterrenkunde is het een van de spannendste periodes om mee te maken.
Diederik Jekel staat met zijn column in elk nummer van KIJK. Bovenstaande column is terug te vinden in KIJK 7/2013.
Beeld: Studio 5982