Bij de neanderthalers stond 40.000 jaar geleden weleens hun medemens op het menu, zo claimen wetenschappers.
Ze vilden en fileerden hun soortgenoten en dronken het merg uit diens botten. De Belgische Neanderthaler was niet vies van een hapje mensenvlees, claimen onderzoekers na het bestuderen van beenderen van de neanderthalers.
Opzettelijke slachtpartij
De lugubere ontdekking werd gedaan in de Goyet grotten, nabij het Belgische Namen. Daar signaleerden de onderzoekers snijmarkeringen, putjes en inkepingen in de beenderen van neanderthalers. Volgens het team vormen deze aanwijzingen voor een opzettelijke slachtpartij. Ook stelden de onderzoekers vast dat de neanderthalers gereedschappen maakten van de botten van hun eigen soort.
Bovendien zouden de wetenschappers, die hun studie publiceerden in Scientific Reports, bewijs hebben gevonden dat ze hun soortgenoot vilden, in stukken sneden en het beenmerg uit de botten zogen. Dit toont volgens de onderzoekers aan dat neanderthalers aan kannibalisme deden. De overblijfselen van paarden en rendieren die ook werden gevonden in Goyet, waren namelijk op dezelfde manier bewerkt.
Dodenritueel
Eerder werden er in Spanje en Frankrijk al aanwijzingen voor ‘menseneterij’ gevonden. “Maar dat ze de beenderen van soortgenoten bewerkten, is echt nieuw”, vertelt evolutiebioloog Nico van Straalen. Volgens Van Straalen bewijzen de aanwijzingen niet onomstotelijk dat de neanderthalers elkaar opaten. “Of ze met opzet hun soortgenoten gedood hebben om ze op te eten, is strikt genomen niet uit de gegevens af te leiden”, zegt hij. “De vergelijkbaarheid van snijmerken met die van de beenderen van geslachte dieren wijst daarentegen wel in die richting.”
De evolutiebioloog stelt dat neanderthalders niet gedwongen waren om elkaar op te eten vanwege een gebrek aan voedsel. “In deze periode leefden er voldoende zoogdieren die ze konden eten”, zegt Van Straalen. “Daarom denk ik dat een ritueel rond het overlijden het meest waarschijnlijk is.”
Bronnen: Nature, The Guardian