Een euromunt kost natuurlijk geen euro om te maken. Maar wat is die zogeheten intrinsieke waarde dan wel?
De nominale waarde is de waarde die vermeld staat op een munt, maar een munt heeft er nog een: de intrinsieke waarde oftewel de waarde van de grondstoffen waarvan hij is gemaakt. Een euromunt bijvoorbeeld kost geen euro om te maken. Maar wat is die waarde?
Herman Lutke Schipholt van De Nederlandsche Bank zegt daarover: “De kostprijs van een euromunt wordt voor het grootste deel bepaald door de materiaalkosten, vooral door de prijs van het koper dat in alle acht munten is verwerkt. Op de wereldmarkt schommelde de koperprijs het afgelopen jaar tussen 5000 en 6250 euro per 1000 kilo.” Omdat de munten verspreid over verschillende jaren in roulatie worden genomen, is het volgens Lutke Schipholt lastig om een exacte kostprijs voor elke munt te geven. Maar het komt ongeveer hier op neer:
1 cent: 1,65 cent
2 cent: 2,07 cent
5 cent: 3,01 cent
10 cent: 5,16 cent
20 cent: 6,76 cent
50 cent: 8,27 cent
1 euro: 9,75 cent
2 euro: 14,25 cent.
Deze vraag kon je vinden in KIJK 12/2018.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Laat hem via onderstaand formulier achter.
[contact-form-7 id=”141402″ title=”Vraag antwoord formulier”]
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!