Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Bestel dan hier ons nieuwste nummer. Abonnee worden? Dat kan hier!
Het testosterongehalte in mannen zou niet afhankelijk zijn van genetische aanleg en afkomst, maar van de omgeving waarin ze opgroeiden.
Van je normen en waarden en je sociale omgang, tot je eetpatroon en je kledingvoorkeur. Het verloop van je kindertijd beïnvloedt je volwassen leven op verschillende manieren. Het zou zelfs invloed kunnen hebben op je hormoonhuishouding, blijkt uit een onderzoek gepubliceerd in vakblad Nature Ecology and Evolution. Tijdens het onderzoek zagen de wetenschappers dat het testosterongehalte van mannen grotendeels afhangt van de plek waar ze opgroeiden.
Geslachtshormoon
Testosteron is het belangrijkste mannelijk geslachtshormoon. Tijdens de embryonale fase stuurt het de ontwikkeling in de richting van een jongetje en ook in de puberteit stimuleert het de gezonde mannelijke ontwikkeling. Vrouwen hebben het hormoon ook, maar dan in veel lagere concentraties.
Een te hoge of te lage hoeveelheid van dit testosteron kan een zeer nadelig effect hebben op de gezondheid. Weten hoe de concentratie van dit belangrijke hormoon precies tot stand komt, kan dus goed zijn om een vollediger beeld te krijgen van de risico’s die mannen op latere leeftijd mogelijk lopen.
Opgroeien
Voorheen ging men er vanuit dat de hoeveelheid testosteron volledig afhankelijk was van genetische aanleg en afkomst. De onderzoekers vermoedden echter dat ook de plek van opgroeien mogelijk een belangrijke rol zou kunnen spelen.
Om dit idee te testen, keek het team naar 359 mannen verdeeld over vijf groepen. Groep 1 bestond uit mannen geboren, opgegroeid en wonende in Bangladesh. Groep 2 en 3 bevatten Bengalen die of als kind of pas tijdens hun volwassen leven naar Engeland verhuisden. De vierde groep waren in Engeland geboren mannen met uit Bangladesh geëmigreerde ouders en tenslotte bestond groep 5 uit in Engeland geboren Europeanen.
Invloed
De onderzoekers zagen dat Bengalen die opgroeiden in Engeland significant meer testosteron hadden dan de mannen die opgroeiden in Bangladesh. Ook bereikten de Bengaalse jongetjes in Engeland eerder de puberteit en werden ze over het algemeen langer dan de hun tegenhangers in hun vaderland.
De omgeving bleek tot maximaal zo’n 19 jaar de testosteronconcentratie grotendeels te beïnvloeden. Hierbij werd het effect steeds kleiner naarmate de jongetjes ouder werden, tot het bij een volwassen leeftijd (ouder dan 19) vrijwel geen invloed meer had.
Energie
Volgens de onderzoekers zijn de verschillen waarschijnlijk het gevolg van energieverbruik. Bij jongetjes die onder zware omstandigheden opgroeien, zoals in een gebied met een grote kans op ziekten en ondervoeding – Bangladesh – zou hun energieverbruik vooral zijn gericht op overleving. Bij jongetjes in een ‘gezondere’ omgeving zoals Engeland is daar geen energie voor nodig en kan dat in andere zaken worden gestopt – zoals de productie van testosteron.
Ondanks de onderlinge verschillen bleek gelukkig bij geen van de mannen het testosterongehalte dusdanig laag te zijn dat het invloed had op hun vruchtbaarheid.
Bronnen: Nature Ecology and Evolution, EurekAlert!
Lees ook:
