Amerikaanse onderzoekers hebben ontdekt dat specifieke hersenactiviteit de populariteit van internetvideo’s redelijk kan voorspellen.
Tegenwoordig kan het iedereen overkomen: in een klap bekend worden. Een spraakmakende video verspreidt zich als een lopend vuurtje over het internet. Voor je het weet zit je triomfantelijk bij Ellen DeGeneres op de bank. Of bouw je als kersverse internetster razendsnel een fanbase op die iedere week uitkijkt naar iets nieuw.
Hoe komt het eigenlijk dat sommige video’s ‘ontploffen’ op het internet? Is dat puur toeval of valt zoiets te voorspellen met wetenschap?
Lees ook:
Neuroforecasting
Een team onderzoekers van de Stanford-universiteit houdt zich al een tijd bezig met het analyseren van groepsgedrag van mensen, zoals gelduitgaven en het indelen van vrije tijd. De wetenschappers zijn benieuwd of processen verantwoordelijk voor individuele keuzes, de keuzes van een grote groep mensen kan voorspellen.
Hierbij meten ze de specifieke hersenactiviteit – in de nucleus accumbens (NAcc), medial prefrontal cortex (MPFC) en de anterior insula (AIns) – en het gedrag van proefpersonen. Vervolgens duiken de onderzoekers in de data op zoek naar bijzondere patronen. Iets wat de wetenschappers omschrijven als neuroforecasting.
Breinvoorspelling
In hun meest recente studie onderzocht het team of neuroforecasting gebruikt kon worden om de populariteit van een internetvideo te voorspellen.
Een groep van 36 proefpersonen kreeg 32 video’s te zien, terwijl hun hersenactiviteit in de gaten werd gehouden met behulp van fMRI-scans. Tijdens de eerste vier tot acht seconden van de video konden de proefpersonen kiezen om de hele video te bekijken of te skippen. Daarnaast vroegen de onderzoekers de deelnemers naar hun mening over de video – hoe boeiend, positief en opwindend is het filmpje? – en hoe interessant anderen deze zouden vinden.
De wetenschappers ontdekten dat de activiteit in de drie hersengebieden tijdens de eerste paar secondes van het filmpje, redelijk kon voorspellen of een deelnemer het filmpje volledig af zou kijken en hoe positief hij deze beoordeelde. Maar dit oordeel kon niet voorspellen hoe goed de video door het grote publiek op YouTube werd bekeken.
De populariteit van een video kon beter voorspeld worden door te kijken naar specifieke activiteit in twee hersengebieden. Namelijk, een verhoogde activiteit in de NAcc en een verlaagde activiteit in Alns, respectievelijk betrokken bij het anticiperen op beloning en straf.
Trefzeker
Deze voorspellende gave moet, volgens neurowetenschapper Frans Cornelissen van het Universitair Medisch Centrum Groningen, wel voorzichtig worden geïnterpreteerd: “Ze kunnen ongeveer 25 procent goed voorspellen hoe vaak een video online zal worden bekeken door andere mensen. Dat is beter dan kans, maar nog zeker niet een trefzekere voorspelling.”
Daarnaast had het team wellicht een andere, directe vraag kunnen voorleggen: hoe vaak denk je dat andere mensen de video zullen bekijken, en voor hoelang? “De kijkduur van de proefpersonen was namelijk een redelijke voorspeller van de kijkduur van anderen. Misschien kunnen mensen het dus eigenlijk wel veel beter dan je nu zou denken, maar moet je ze wel de juiste vraag stellen,” zegt Cornelissen.
Hoe dan ook licht deze data uit hoe hersenactiviteit bijzondere informatie kan geven over groepsgedrag, terwijl dit niet direct zichtbaar is binnen een individu. In de toekomst willen de onderzoekers bekijken welke vorm van content precies de gemeten breinactiviteit veroorzaakt. En, bestaat er zoiets als een geheim recept voor een virale video?