Zuchten onbeleefd? Nee hoor, het houdt je in leven.
Verdrietig, gedeprimeerd of wanhopig? De spreuk ‘een zucht geeft lucht’ wordt dan vaak ter harte genomen. We zuchten vaker als we ons in een van deze gemoedstoestanden bevinden. Maar zuchten zou ook een reflex zijn dat ons in leven houdt. Amerikaanse neurowetenschappers hebben nu plekken in het brein ontdekt die bepalen wanneer we zuchten en hoe vaak. Een belangrijke ontdekking voor mensen die moeite hebben met hun ademhaling.
Longblaasjes
Het is al langere tijd bekend dat een zucht de longen – simpel geformuleerd – uitrekt. Het doet de longblaasjes uitzetten, zodat ze zich kunnen vullen met lucht. Dit is nodig om de longen te laten werken. Wanneer de longblaasjes ineen klappen zijn de longen minder goed in staat om zuurstof en koolstofdioxide uit te wisselen. De enige manier om de longblaasjes weer ‘op te blazen’, is door even lekker te zuchten. Als je niet zucht, begeven je longen het op een gegeven moment.
Dit is wellicht de reden dat onze hersenen ongeveer twaalf keer per uur zorgen voor een zucht. Maar nog nooit waren onderzoekers erin geslaagd welke neuronen in het brein dit reflex stimuleerden. Tot nu.
Geblokkeerd
Door muizen te onderzoeken, die maar liefst veertig keer per uur zuchten, vonden zij 200 neuronen in de hersenstam die twee peptiden aanmaken en verspreiden. De familieleden van deze peptiden staan erom bekend dat ze belangrijk zijn voor de ademhaling. Wanneer de onderzoekers deze stoffen isoleerden en ze vervolgens in grote hoeveelheden injecteerden in het brein van de muizen, ontdekten ze dat de dieren tien keer meer gingen zuchten dan normaal. Wanneer de twee peptiden werden geblokkeerd, zuchtten de muizen helemaal niet meer.
De onderzoekers geloven dat deze stoffen ook bij ons de zuchtfrequentie regelen. Als artsen de gehaltes van de peptiden kunnen aanpassen, zouden ze patiënten die te veel of te weinig zuchten kunnen helpen.
Bronnen: Nature, The Guardian