Experimenten in de spaceshuttle Atlantis hebben aangetoond dat bacteriën zich in de ruimte anders gedragen dan op aarde. Bij gewichtsloosheid planten de eencelligen zich sneller voort.
Het probleem waar veel ziekenhuizen mee te maken hebben, reikt verder dan onze aardkloot: ook in de ruimte kunnen bacteriën zich vermenigvuldigen. In het ruimtestation Mir, teruggekomen in 2001, zijn groepjes eencelligen gevonden, maar eigenlijk weten we weinig over hun groei. Reden voor de NASA om biologen een studie te laten uitvoeren. Dit jaar werden de resultaten eindelijk gepubliceerd: bacteriën groeien sneller en maken meer slijm in de ruimte.
In 2010 en 2011 gingen twaalf bakjes bacteriën mee met de missies STS-132 en STS-135. Eenmaal in de ruimte voegde de crew van de Atlantis kunstmatige urine toe, zodat de bacteriën konden groeien. Tegelijkertijd werd hetzelfde experiment in het Kennedy Space Center in Florida ingezet. Na de landing werden de koloniën vergeleken: de bacteriën die een reisje hadden gemaakt, hadden zich vaker vermenigvuldigd dan hun soortgenoten op aarde.
Slijmerige klodders
In de spaceshuttle vormden de bacteriën slijmerige groepjes. De groepjes, ook wel biofilm genoemd, hadden een vorm die op aarde nog nooit is gezien. Daarnaast zaten er meer levende bacteriën in en was de laag zwaarder en dikker. De onderzoekers denken dat gewichtsloosheid voor de gekke groei heeft gezorgd. Het was echter nog nooit gelukt om dit soort omstandigheden in een laboratorium na te bootsen.
De resultaten, gepubliceerd in PLOS ONE, zijn deze week door de NASA in het nieuws gebracht. Ondertussen proberen de biologen vast te stellen of de biofilms op langere termijn een gevaar vormen. Mochten we namelijk ooit naar Mars gaan, dan zou het wel fijn zijn als we daar niet worden bedreigd door slijmerige klodders bacteriën.
Bronnen: PLOS ONE, NASA via Phys.org
Beeld: PHIL