Elk jaar kiezen de medewerkers van KIJK hun favoriete non-fictieboek. Het laatste deel van onze picks voor 2013.
Journalist en schrijver van de rubriek Tech-Toys Rik Peters kiest Verwondering, of hoe ik wetenschapper werd (Richard Dawkins):
“Het is maf dat er nog geen populaire internetmeme van Richard Dawkins bestaat. De Britse wetenschapper bedacht de term zo’n beetje, en zijn ‘what if you’re wrong?’ lijkt toch de juiste genen te bezitten. Misschien komt het digitale eerbetoon alsnog, wanneer meer mensen deze autobiografie over de man (en zijn eigen genen) hebben gelezen.”
Geschiedenisexpert en eindredacteur Leo Polak kiest Engineers of victory (Paul Kennedy):
“Ook zeventig jaar na dato blijft de grootste oorlog aller tijden een bron van inspiratie voor historici. Paul Kennedy beschrijft in dit boek de invloed die technische ontwikkelingen in achttien cruciale maanden (van begin 1943 tot halverwege 1944) op het verloop van de strijd hadden – en dat doet hij voortvarend. Af en toe zijn de knappe koppen uit de ondertitel er met de haren bijgesleept, maar dat neemt niet weg dat Kennedy’s originele boek een plaats op elke WO2-plank verdient.” NB: de Nederlandse vertaling van dit boek, De kering van het tij, verscheen – gek genoeg – drie kwart jaar vóór de Engelse, in april 2012. Lees hier onze recensie van destijds.
Dennis Rijnvis kiest Slaap lekker (David K. Randall):
“Randall biedt verrassende nieuwe inzichten in de activiteit die elke dag weer het grootste deel van onze tijd opslokt: slapen. Zo onthult hij dat onze nachtrust vroeger een stuk socialer was. We sliepen waarschijnlijk in twee blokken van enkele uren en hielden een pauze waarin we praatten met onze bedpartners en seks hadden. Ook op het gebied van uitslapen, dromen en sekseverschillen in bed presenteert hij onverwachte, maar goed onderbouwde ideeën. Ideaal boek voor het slapengaan.“
Journalist Mark van den Tempel kiest 1945. Biografie van een jaar (Ian Buruma):
“We kennen allemaal de vrolijke beelden uit het bevrijdingsjaar 1945. Maar hoe voelde het werkelijk om in die maanden de draad weer op te pakken, weer ‘normaal’ te moeten worden? Ian Buruma beschrijft de honger, de wraak, de ontkenning maar bovenal de verwarring, in Nederland en in de rest van de wereld. Hij toont een samenleving waaruit de directe dreiging is verdwenen, maar waar de oorlog nooit ver weg is.”
Wetenschapsjournalist en bioloog Ronald Veldhuizen kiest De zintuigen van vogels (Tim Birkhead):
“Vogels en hun spectaculaire belevingswereld mogen dan de rode draad vormen in Birkheads boek, maar eigenlijk gaat het over iets veel interessanters: hoe veranderen denkbeelden in de wetenschap? Met een bevlogen blik neemt de schrijver je mee naar grote denkers in de biologie en laat zien hoe kritisch denkwerk hun inzichten veranderde. Vlot en toch vol nuance.” NB: lees ook ons interview met Tim Birkheid, naar aanleiding van zijn boek!
Wetenschapsjournalist en theoretisch natuurkundige Bruno van Wayenburg kiest Time reborn (Lee Smolin):
“Gewone mensen denken dat tijd echt bestaat: ‘nu’ is echt, het verleden was dat ooit, en de toekomst ligt nog open. Maar de natuurkunde van Newton en Einstein ziet dat anders: het heelal, van oerknal tot in de eeuwigheid, is één gigantisch wiskundig object waarin tijd maar een bijrolletje heeft; nog net geen illusie. Volgens natuurkundige Smolin hebben gewone mensen echter gelijk en zijn in de tijd evoluerende natuurwetten een oplossing voor de huidige impasse in de natuurkunde. Zijn ideeën beschrijft hij in het verrassende, filosofische maar toch concrete Time reborn, met illustraties van YouTube-sensatie Henry Reich van MinutePhysics.”
Lees ook het eerste en het tweede deel van ons jaarlijstje non-fictieboeken!