Veel is er van deze conifeer niet over, en toch, zo schrijven onderzoekers, leeft de ooit grote boom dankzij zijn soortgenoten nog steeds.
Het is amper een boomstronk meer te noemen. De overblijfselen van deze Kauri-boom (Agathis australis) zien er vrij levenloos uit, maar schijn bedriegt. De conifeer leeft namelijk nog wél. Dat heeft hij aan zijn soortgenoten te danken, schreven Nieuw-Zeelandse onderzoekers onlangs in iScience. Dankzij de met elkaar verbonden wortels voorzien de andere kauri’s deze ‘grootvaderboom’ van alles wat hij nodig heeft.
Lees ook:
Levende stronk
De onderzoekers, verbonden aan de Auckland-universiteit, spotten de levende stronk in een bos in Nieuw-Zeeland. Er moest iets bijzonders mee aan de hand zijn. Zonder bladeren kon de ooit grote boom een van de belangrijkste processen bijvoorbeeld niet meer uitvoeren; het maken van suikers middels fotosynthese.
Wellicht zorgde dus niet iets bovengronds, maar ondergronds ervoor dat de stronk in leven bleef, meenden de onderzoekers. En jawel, toen ze vloeistofstromen in de stronk en de omliggende kauri’s maten, bleek dat als de stroom toenam in de stomp, het daalde in de buurbomen. Hieruit maakte het team op dat de bomen via de wortels met elkaar in verbinding moesten zijn.
Wortelnetwerk
Dit fenomeen, waarbij de wortels (of andere delen) van bomen als het ware samensmelten, noemt men inoculatie of ‘natuurlijk enten’. Dat dergelijke wortelnetwerken tussen bomen van dezelfde en zelfs gelijkende soorten kunnen ontstaan, was al bekend. Maar meestal is die ‘verbintenis’ tussen gezonde, goed functionerende bomen, waardoor er uitwisseling van grondstoffen kan plaatsvinden.
De kauri-stronk daarentegen neemt alleen; de omliggende coniferen voorzien hem van alles dat hij zelf niet meer kan verzamelen. Maar waarom houden de gezonde bomen de gepensioneerde boom in leven als ze er geen grondstoffen voor terug krijgen?
Superorganisme?
De onderzoekers vermoeden dat de wortels van de grootvaderboom zich voor diens teleurgang bij het wortelnetwerk voegden. Het latere gebrek aan input van de boom bleef onopgemerkt. Daarbij vergroten en versterken de wortels van de stronk het netwerk natuurlijk wel. Als een soort tussenschakel kunnen ze gezonde boomwortels, die elkaar anders niet zouden bereiken, verbinden.
Om dergelijke systemen beter te begrijpen, hopen de onderzoekers in de toekomst meer van dit soort ‘gepensioneerden’ te vinden. Hoe dan ook, menen ze, maakt de vondst dat we bomen in de toekomst misschien minder moeten zien als individuen, maar meer als een soort groot superorganisme.
Bronnen: iScience, EurekAlert!, New Atlas
Beeld: Bader & Leuzinger, 2019/iScience
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!