Twee uitersten: mensen die bang zijn voor elk beetje straling waaraan ze worden blootgesteld én mensen die beweren dat radioactiviteit gezond voor je is. Ronald Veldhuizen pakt de laatste groep aan.
Het toerisme naar kernrampgebied Tsjernobyl heeft een rare wending genomen. Liepen er eerst vooral nieuwsgierige bezoekers de verlaten zone in, nu stroomt het dankzij de populaire miniserie Chernobyl vol met fotomodellen in ondergoed. Lekker poseren in het stadje Pripjat, tussen het nog nagloeiende radioactieve verval.
Stralingshormese
Of dat erg is? Ach ja. Er zíjn mensen die beweren dat een lichte dosis nucleaire straling zelfs gezond is. Stralingshormese heet die theorie. Het idee duikt geregeld op onder voorstanders van kerncentrales en andere energielobbyisten. Nu ben ik persoonlijk voorzichtig optimistisch over kernenergie, maar om nou te stellen dat radioactiviteit goed voor je is? Daarvoor is echt geen bewijs. De claims van stralingshormese-theoretici gaan behoorlijk ver. Zo zou de hoge gemiddelde levensverwachting in Japan te danken zijn aan de atoombommen die er vielen, aldus de inmiddels overleden biochemicus T.D. Luckey. Ze gaven de Japanners die het overleefden een gezondheidsboost, beweerde hij.
Luckey baseerde zich echter op kleinschalig en vooral selectief onderzoek. Daartegenover staat de megagrote Life Span Study, die systematisch de gezondheid van 120.000 Japanners heeft gevolgd. Deze studie wijst op een simpel dosis-effect: hoe dichterbij de bom viel, hoe groter de kans op kanker en vroegtijdig overlijden. Niks gezonds aan dus.
Celreparatie
Ook valt de manier waarop stralingshormese zou werken te betwijfelen. Volgens hormese-toxicoloog Ed Calabrese helpt kankerverwekkende DNA-schade om ‘goede’ celreparatieprocessen aan te zwengelen. Om diezelfde reden raadt Calabrese iedereen twee sigaretten per dag aan. Maar toen stralingsoncoloog Joseph Kaminski in een overzichtsstudie de balans opmaakte, ontdekte hij dat er bij lage stralingsdoses gewoon géén duidelijke effecten zijn. Niet positief of negatief. Maar schroef je de radioactiviteit omhoog, dan raken proefdieren en celkweekjes wél beschadigd: het DNA gaat stuk en de kans op kanker neemt toe.
Belangrijker is misschien wel dat de meeste atoomstraling tot de categorie zwakke straling behoort en er dus nauwelijks een meetbaar gezondheidseffect te verwachten valt. Op een specifieke vorm van schildklierkanker na hebben wetenschappers bij de kernrampen van Tsjernobyl en Fukushima nauwelijks een extra sterf- of kankergeval gevonden, aldus de VN-organisatie UNSCEAR. Ons lichaam kan dus op zich tegen een stralingsstootje. Gezond is het niet, maar het kan. Kortom, prima te doen, wandelen door de stralingszone rond Tsjernobyl. Ik wil ook een keer, maar mijn kleren houd ik mooi aan.
Deze column verscheen eerder in KIJK 9/2019.
Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!