Tijdens Pasen gaan veel kinderen enthousiast op zoek naar paaseieren die zouden zijn verstopt door de paashaas. Maar waar komt deze fictieve haas vandaan? En welke dieren zijn er nog meer verzonnen?

Waar de paashaas vandaan komt, hangt af van aan wie je het vraagt. Eén verhaal is dat de paashaas, net als de kerstboom, is komen overwaaien uit Duitsland. Daar werd hij in 1682 voor het eerst in een verhaal genoemd. Pas in 1825 kreeg de paashaas bekendheid in Nederland. Later is deze traditie met immigranten meegevlogen naar Amerika en heeft hier voeten in de aarde gekregen.

Volgens een andere theorie is de paashaas gebaseerd op de Germaanse vruchtbaarheidsgodin Eastra, die vaak als haas op aarde zou zijn verschenen. Sommigen gaan hier nog een stapje verder in en denken dat Pasen (Eastern) zo is genoemd door de naam van deze Godin.

In Duitsland houden ze overigens ook nog andere eierbezorgers in eren, zoals de ooievaar, de vos, de haan en de kip. In Zwitserland brengt de koekoek eieren en in Tsjechië de leeuwerik.

Volgens de katholieke traditie zouden niet dieren, maar paasklokken de eieren bezorgen. Deze klokken zijn bedacht als een verklaring voor het stil blijven van de kerkklokken tussen witte donderdag en paaszondag waarmee het lijden van Jezus wordt herdacht. Volgens het verhaal vliegen deze klokken naar Rome om daar eieren te halen. Zodra de kerkklokken op paaszondag weer klinken, een teken dat de klokken zijn teruggekeerd, mogen de kinderen eieren gaan zoeken.

In België is vorig jaar een paasklokdrone gebouwd die echt paaseitjes kan bezorgen. Deze is te zien in het filmpje hieronder.

Waarom we eieren verstoppen met Pasen lees je hier.