Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Wetenschappers identificeren een uniek fossiel: goed bewaarde stukjes reptielenhuid uit de periode vóór de opkomst van de dinosaurussen.
Botten en andere harde structuren worden regelmatig als fossiel teruggevonden. Maar zachtere weefsels zoals de interne organen en ook de huid vergaan normaal gesproken snel. Des te bijzonder is het als toch een zacht fossiel wordt ontdekt. Onderzoekers van de University of Toronto beschrijven nu in Current Biology driedimensionale stukjes huid die minstens 150 miljoen jaar ouder zijn dan andere huidfossielen.
Lees ook:
- Plantenfossiel blijkt eigenlijk een fossiel van een babyschildpad te zijn
- Uniek fossiel van trilobiet mét darminhoud onthult eetgedrag
- Fossiele ‘garnaal’ met vijf ogen is missing link
Ideale omstandigheden
De huidfragmenten werden aangetroffen op een rots in het Richards Spur kalksteen-grottenstelsel in Oklahoma (VS). Deze kalksteengrotten staan bekend om hun grote schat aan fossielen uit het geologische tijdperk Perm (289 tot 252 miljoen jaar geleden). Zo werden er al versteende overblijfselen van diverse prehistorische amfibieën, zoals de kleine microsauria, en reptielen, zoals de zeer zeldzame orovenator, gevonden.
In de genoemde grotten heersen de ideale omstandigheden voor fossielbehoud. Er zit weinig zuurstof in de lucht en teerresten van een olielekkage in het Perm zorgen in combinatie met fijne kleideeltjes voor een vertraagde afbraak van organische materie. Zo kon het dat ook fragiele dierlijke overblijfsels als stukjes huid goed bewaard konden blijven.
Ribbels en schubben
Het onderzoeksteam, geleid door Robert Reisz, legde de huidfossielen – kleiner dan een vingernagel en dunner dan een mensenhaar – onder een microscoop. De stukjes bleken afkomstig van de opperlaag van de huid, de epidermis.
Die epidermis vertoonden typische reptielstructuren. Ze bleken de ribbels en schubachtige details te bezitten die zowel prehistorische als hedendaagse reptielen laten zien. Ook vertoonden de huid scharnierachtige elementen die ook zichtbaar zijn bij slangen en wormhagedissen.
De huidstukjes zijn volgens Reisz en collega’s waarschijnlijk afkomstig van meerdere individuen van één soort of misschien zelfs meerdere soorten. Om welke soort – of soorten – het dan precies gaat, is helaas niet vast te stellen. Er zit namelijk geen DNA in de huid en er ligt ook geen botfossiel in de buurt waar de huid bij zou kunnen horen.
Essentiele huidlaag
Volgens de onderzoekers geeft het feit dat de gevonden huidfossielen zo lijken op de moderne reptielenhuid aan hoe belangrijk dit orgaan was voor overleven van deze dieren op het land. De epidermis vormt de beschermde laag tussen de kwetsbare interne organen en de ‘boze’ buitenwereld. In de loop der evolutie is die dus bewaard gebleven.
Wel heeft de evolutie aanpassingen op die oerhuid gedaan. Denk maar aan het ontstaan van de cellen die de keratine maken die bij vogels de veren vormen en bij zoogdieren de haren van de vacht. Onderzoek naar vroege landdieren is volgens Reisz en zijn team belangrijk om de oorsprong van onze eigen huid te achterhalen.
Zoeken naar nog ouder materiaal
“Het is natuurlijk verschrikkelijk interessant om een inkijkje te krijgen in de oudste reptielenhuid tot nu toe beschreven”, vertelt paleontoloog Dennis Voeten van onder meer het Natuurmuseum Fryslan. “Toch verbaast de overeenkomst met zowel krokodillen- als hagedissenhuid mij niet. Krokodillen en hagedissen zijn niet aan elkaar verwant, en gedeelde eigenschappen tussen deze groepen dateren waarschijnlijk uit de periode voordat deze groepen zich van elkaar afscheidden – ongeveer 260 miljoen jaar geleden. De hier beschreven fossielen zijn ongeveer 288 miljoen jaar oud, en bevestigen dus dat de beschreven huideigenschappen toen al voorkwamen. Om de daadwerkelijke evolutie van de huid in de eerste landlevende reptielen scherp te krijgen, zullen we naar nog ouder materiaal moeten zoeken.”
Paleontoloog Leon Claessens van de Universiteit van Maastricht is ook blij met het onderzoek. “Het blijft fascinerend om te zien hoeveel informatie over lang uitgestorven dieren we kunnen achterhalen uit die zeldzame situaties waarin zachte weefsels bewaard blijven. In de afgelopen drie decennia hebben we zo veel geleerd over de huid van dinosauriërs, waarvan meerdere soorten veren bleken te hebben gehad.” Dat de huid van reptielen uit het Perm erg lijken op nog levende exemplaren is ook volgens hem naar verwachting. “Maar dat je het ook met fossiele overblijfselen kunt bevestigen en tot in detail kun bestuderen is in één woord: geweldig!”
Bronnen: Current Biology, Cell Press via EurekAlert!
Beeld: Current Biology/Mooney et al.