Muizen ontwikkelen geen poten meer wanneer dit genetische materiaal van een slang wordt ingebracht.
Slangen moeten het al meer dan 100 miljoen jaar doen zonder volgroeide ledematen. Maar welke genetische veranderingen ervoor hebben gezorgd dat deze dieren hun poten verloren, blijft onbeantwoord. Door een bepaald deel van het slangen-DNA in te brengen bij muizen, krijgen wetenschappers nu wat meer inzicht in de gebeurtenis die zich lang geleden voltrok.
Kleine stompjes
Het deel van het genoom waar het om gaat is de enhancer – een onderdeel dat de activiteit van genen regelt – ZRS. De wetenschappers hebben dit deel uit het DNA van muizen gehaald en vervangen door dat van onder andere mensen, kippen en vissen. Dit bleek geen verschil te maken: de knaagdieren ontwikkelden normale poten.
Maar dit was niet het geval wanneer ze dit stukje DNA van een python en een cobra inbrachten. De muizen ontwikkelden hierna slechts heel kleine stompjes.
Honderden genen
De onderzoekers besloten dit stukje genoom van de slang te vergelijken met dat van andere gewervelden en ontdekten dat het dier zeventien baseparen is verloren tijdens de evolutie. Door deze DNA-letters te herstellen en het genetisch deel vervolgens in te brengen bij muizen, werden de poten toch ontwikkeld.
Kunnen we nu zeggen dat mutaties in ZRS het als enigen op hun geweten hebben dat slangen nu pootloos door het leven moeten? Nee, vertelt geneticus Aimée Zuniga (University of Basel) die niet was betrokken bij de studie aan The Atlantic. “ZRS is slechts een onderdeel van de puzzel. Het ontwikkelen van een ledemaat is een erg ingewikkeld proces. Er zijn waarschijnlijk tientallen, zo niet honderden, andere individuele genen en enhancers bij betrokken.”
Bronnen: Cell, The Atlantic