Waterstofperoxide: wij kennen het vooral als het spul waar je haar mee blondeert, maar op Jupitermaan Europa zou het weleens dé energiebron voor leven kunnen zijn.
Hoewel je bij buitenaards leven in ons zonnestelsel misschien in eerste instantie denkt aan Mars, is een eind verder van de zon een hemellichaam te vinden dat minstens zo interessant is: Europa. Deze maan van Jupiter herbergt namelijk vermoedelijk een oceaan van vloeibaar water onder een tientallen kilometers dikke laag ijs. En in dat water zou leven kunnen voorkomen. Tenminste, als dat eventuele leven de beschikking heeft over een bron van energie. Zo’n bron is er mogelijk in de vorm van waterstofperoxide. De verdeling van die stof hebben astronomen Kevin Hand en Mike Brown nu in kaart gebracht.
Veel lager percentage
Dat zich aan het oppervlak van Europa waterstofperoxide bevindt, werd al ontdekt door de sonde Galileo. Die keek echter alleen naar de ‘voorkant’ van de maan. Met de KECK II-telescoop op Mauna Kea, Hawaii, hebben Hand en Brown in vier nachten tijd nu het héle Europa-oppervlak onder de loep genomen.
Daaruit blijkt enerzijds dat waterstofperoxide overal voorkomt. Maar anderzijds heeft Galileo destijds toevallig wel net de plek bestudeerd waar de meeste waterstofperoxide te vinden is; op de achterkant en de ‘zijkanten’ (de naar Jupiter toe en van Jupiter af gerichte halfronden) is het percentage waterstofperoxide veel lager.
Rondzwemmende organismen
Wil eventueel leven in de zeeën van Europa iets hebben aan deze waterstofperoxide, dan zal het spul niet alleen aan het bevroren oppervlak moeten voorkomen, maar ook dieper, op het punt waar ijs en water elkaar ontmoeten. Daar zouden de waterstofperoxidemoleculen uit elkaar getrokken worden, wat energie kan opleveren die in de oceaan rondzwemmende organismen kunnen benutten. De modellen die hiernaar keken, gingen er echter van uit dat zich overal aan het oppervlak evenveel waterstofperoxide zou bevinden. Dat blijkt nu dus niet waar te zijn, waardoor al die modellen op de schop mogen…
Voor meer over Europa, zie ons artikel in KIJK 12/2012!
Bronnen: Astrophysical Journal Letters, NASA