Zes uur nadat het Automated Transfer Vehicle aan het ISS is gekoppeld, is spaceshuttle Discovery gelanceerd – om ook koers te zetten naar het ISS. Het wordt daar in de ruimte een drukte van belang.
Gistermiddag is ESA’s Automated Transfer Vehicle Johannes Kepler (ATV-2) gekoppeld aan het ISS. Zoals we al schreven, heeft ATV-2 verschillende taken: het is een bevoorradingsschip, het duwt het ruimtestation weer naar 400 kilometer boven de aarde, en daarna dient het als voorraadkast en vervolgens als afvalbak.
De koppeling was succesvol; met een snelheid onder de 7 centimeter per seconde naderde de ATV-2 het ISS. Om één minuut voor vijf werd het eerste contact gemaakt, negen minuten later was het koppelen gelukt.
Onderstaand filmpje laat de laatste minuten voor het koppelen zien. Het zwart-witbeeld met daaroverheen het assenstelsel is gefilmd vanuit het ISS. Linksonder, boven ‘no_failure’, staat de snelheid van de ATV-2 (rond de 7 centimeter per seconde) en de afstand van de ATV-2 tot het ruimtestation (beginnend bij 4,8 meter).
Ondertussen maakte de NASA spaceshuttle Discovery gereed voor zijn laatste lancering – ook op weg naar het ISS. Gisteravond om zeven minuten voor elf werd de shuttle, met aan boord zes astronauten, succesvol gelanceerd. In de Discovery bevinden zich onder andere de Permanent Multipurpose Module (PMM), waarin experimenten kunnen worden uitgevoerd, en Robonaut 2, een robot die een vaste bewoner van het ruimtestation wordt. Naar schatting komt de spaceshuttle zaterdag rond kwart over acht aan bij het ISS.
De vlucht van Discovery is het begin van het einde van de shuttlevluchten; hierna zullen er nog maar twee vluchten plaatsvinden voordat het programma stopt. Simonetta di Pippo, ESA’s directeur van Human Spaceflight, is dan ook erg blij dat het koppelen van ATV-2 zo voorspoedig is verlopen. “Dat is heel belangrijk voor ons en al onze partners binnen het ISS-programma. Want als het spaceshuttleprogramma stopt, is de ATV het grootste transportmiddel dat over is om het ISS te ondersteunen, en het is onze verantwoordelijkheid om een goede service te verlenen.”
Bronnen: NASA, ESA, AP op PhysOrg.com
Beeld: NASA