Maandag hoopt de ESA een orbiter en een lander naar Mars te sturen; het eerste deel van het ExoMars-programma.

Zowel de Europese ESA als de Amerikaanse NASA maakten zich op om deze maand missies naar Mars te sturen. Maar waar de NASA de lancering van de lander InSight een dikke twee jaar moest uitstellen vanwege een lek, vertrekt als alles meezit maandag wel de eerste missie uit het ESA-programma ExoMars richting rode planeet.

Testlanding

De ExoMars-missie waar het om gaat, bestaat uit twee delen: Schiaparelli en de Trace Gas Orbiter. Schiaparelli wordt drie dagen voordat de missie Mars bereikt losgelaten, om vervolgens met een snelheid van 21.000 kilometer per uur de atmosfeer van onze buurplaneet binnen te gaan. Onder meer een parachute en een aantal stuwraketten moeten Schiaparelli dan genoeg vertragen om veilig op het Marsoppervlak te landen.

Eenmaal geland, zal Schiaparelli niet bijster veel nuttig onderzoek kunnen doen. De ruimte voor wetenschappelijke experimenten is namelijk beperkt, en er is geen energiebron aan boord voor de langere termijn. De module dient dan ook vooral om de landing te testen, met het oog op toekomstige Marsmissies.

De Trace Gas Orbiter (TGO) moet wel serieus wetenschappelijke gegevens gaan verzamelen. Dit ruimtescheepje wordt daartoe in een baan rond Mars gebracht op zo’n 400 kilometer hoogte. Vanuit die positie zal TGO vanaf december 2017 op zoek gaan naar gassen als methaan, die mogelijk zijn ontstaan bij biologische processen.

Verder speelt TGO een belangrijke rol bij het volgende deel van het ExoMars-programma: een rover die in 2018 moet worden gelanceerd. Die zal namelijk via TGO data doorspelen naar de aarde, als het goed is tot in 2022.

Maar zover is het nog lang niet. Eerst maar eens afwachten of het maandag – of anders wat later in maart – lukt om ExoMars deel één te lanceren.

De livestream van de lancering is hier te volgen.

Bron: ESA

Beeld: B. Bethge/ESA