De robots die zijn gebouwd om een grote schoonmaak te verrichten bij Fukushima hebben het loodje gelegd.
Het is alweer vijf jaar geleden dat een tsunami leidde tot de verwoesting van de Japanse kerncentrale Fukushima. En nog ligt er een boel radioactief materiaal dat moet worden opgeruimd. Door de straling die bij de ramp is vrijgekomen is dit een lastig klusje voor de mens. En dus was de hoop gevestigd op onze mechanische vrienden. Maar robots blijken het ook maar een paar uur vol te houden op de plek waar het 11 maart 2011 faliekant mis ging.
Onlangs werden vijf op afstand bestuurbare bots op pad gestuurd naar de kernreactor. Hier zouden ze door de onderwatertunnels in het koelingssysteem zwemmen en daar de gevaarlijke resten weghalen met hun grijpers. (Zie het filmpje hieronder.) Maar de bedrading van de robots werd zodanig verstoord door de hoge stralingsniveaus dat ze geen kans kregen het afval te verwijderen.
Een teleurstelling voor Japan. Het land heeft nu slechts 10 procent van de rotzooi die de kernramp veroorzaakte op kunnen ruimen. Iets waar snel verandering in moet komen, omdat het radioactief materiaal lekt. De straling is inmiddels ook al in de Stille Oceaan terecht gekomen. Ook zou het materiaal opgedoken zijn aan de westkust van de Verenigde Staten.
Of betere robots kunnen worden gebouwd om de troep alsnog op te ruimen, is nog onbekend. Ook al is het vijf jaar geleden dat de kernramp plaatsvond, de ellende blijft nog even doordreunen. En zelfs robots kunnen ons op dit moment niet de helpende hand bieden.
In KIJK 4/2016 lees je meer over de gezondheidsschade die de kernramp Fukushima teweeg heeft gebracht. Was die echt zo groot als veel mensen menen? Of viel het wel mee?
Bronnen: IFL Science