We kennen allemaal het verhaal van de ster die de plek van de pasgeboren Jezus aanduidde. Maar ook de geboorte van de Engelse koning Karel II werd opgeluisterd door een bijzonder hemellichaam. Twee Britten denken nu te hebben achterhaald wat dit was.
Momenteel is aan de hemel het supernova-overblijfsel Cassiopeia A te bewonderen: de resten van een ster waarvan de explosie in de zeventiende eeuw te zien moet zijn geweest. Alleen: het is nooit gelukt om meldingen van die explosie terug te vinden in oude bronnen. Tot nu dan, want astronoom Martin Lunn en geschiedkundige Lila Rakoczy denken dat de noon-day star die te zien was op de geboortedag van koning Karel II, 28 mei 1630, de supernova in kwestie was.
Propaganda-ster
Nu wordt deze bijzondere ster door geschiedkundigen vooral genoemd als propagandamiddel. Vanaf de jaren zestig van de zestiende eeuw – dus pas ruim dertig jaar na Karels geboorte – duikt hij namelijk vooral op in verhandelingen en gedichten van mensen die bij de toenmalige vorst in het gevlei wilden komen. Maar, zo redeneert Rakoczy: onder de schrijvers van deze pro-Karel II-teksten bevinden zich ook astronomen, natuurkundigen en wiskundigen. “Als geschiedkundige lijkt het mij duidelijk dat die het hadden over een échte astronomische gebeurtenis, zij het één die ze exploiteerden om politieke redenen.”
Wat die redenering versterkt, is dat de ster ook werd besproken door ‘parlementair astroloog’ William Lilly, een tegenstander van de koning. Weliswaar deed deze het hemellichaam af als een verschijning van de planeet Venus, maar hij ontkende niet dat het te zien was geweest. “Dat suggereert dat hij het zelf had waargenomen, of dat hij wist dat het algemeen bekend was dat er iets te zien was geweest”, stelt Rakoczy.
Te vroeg?
Rijst wel de vraag waarom de ster die Karel II aankondigde niet eerder met de supernova is geassocieerd, als er toch zoveel over is geschreven. Ten eerste is 1630 een beetje vroeg; astronomen nemen in het algemeen aan dat de Cassiopeia A-supernova in de tweede helft van de zeventiende eeuw te zien was – maar die datering is volgens de twee Britten niet heel stevig onderbouwd. Ten tweede denkt Rakoczy dat historici en astronomen tot nu toe een beetje langs elkaar heen hebben gewerkt. “Geschiedkundigen waren er niet in geïnteresseerd of het om een echte astronomische gebeurtenis ging omdat ze te druk bezig waren de ster als voorbeeld van propaganda te noemen, terwijl astronomen niet zochten in ‘niet-wetenschappelijke’ documenten”, mailt ze.
Rakoczy en Lunn presenteerden hun idee afgelopen maandag op een bijeenkomst van de Royal Astronomical Society. Later dit jaar hopen ze er een wetenschappelijk artikel over te publiceren.
Bronnen: Royal Astronomical Society
Beeld: Hubble Heritage (STScI/AURA)-ESA/Hubble Collaboration/ESA/NASA