Hij is de snelste vis van de zee, de zwaardvis. Onderzoekers lichten nu een tipje van de sluier op hoe het dier deze snelheid bereikt.
Zwaardvissen staan natuurlijk bekend om hun puntige snuit, maar ook hun zwemsnelheid is een opmerkelijke eigenschap. Gemiddeld schieten ze met zo’n 65 kilometer per uur door het water, maar ze zouden snelheden van 100 km/u kunnen halen. Hoe de vissen dit voor elkaar krijgen? John Videler (Universiteit van Groningen) en zijn team denken een deel van het geheim te hebben achterhaald.
Olieklier
Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat de vorm van het dier ervoor zorgt dat hij sneller door het water glijdt. Maar Videler toont in zijn studie aan dat de zwaardvis ook een olieklier heeft die hem helpt bij het zwemmen. Hiermee zou hij zijn kop insmeren met een soort olie om nog rapper te zwemmen. Tien jaar geleden kwam Videler al tot deze ontdekking, maar hij heeft het nu opgeschreven in het vakblad Journal of Experimental Biology.
Hoe Videler en zijn collega’s hierachter zijn gekomen? Simpel, door de kop van de zwaardvis eens goed onder de loep te nemen. Met MRI-scanners van het UMC Groningen. Aan de stam van de snuit, tussen de ogen van het dier, vonden de onderzoekers de olieklier. Per toeval ontdekten ze dat er vanaf de klier kanaaltjes liepen die waren verbonden met de huidporiën van het dier. Met behulp van een föhn wisten de onderzoekers de olie vrij te krijgen.
Nepvis
Of een zwaardvis de olie daadwerkelijk gebruikt om de snelheid te creëren, moet nog worden bewezen. Het blijft vooralsnog een hypothese. Eentje die overigens lastig te bewijzen is met een echte zwaardvis. Het dier is lastig in gevangenschap te houden. Videler hoopt dat andere wetenschappers een nepzwaardvis maken – met een schuurpapieren huid, poriën, olie, noem het maar op – om de theorie kracht bij te zetten.
Bronnen: Journal of Experimental Biology, National Geographic
Beeld: Citron/CC BY-SA 3.0