Een internationale groep wetenschappers heeft het genoom gesequencet van een voor de mens uiterst belangrijk dier: het varken.
Wereldwijd worden ongeveer 1 miljard varkens gehouden voor hun vlees, wat genetische informatie over deze diersoort al heel waardevol maakt. Daarnaast lijkt het varken lichamelijk gezien behoorlijk op de mens – hoe onprettig die constatering voor ons ook moge lijken – waardoor het een belangrijke rol speelt in medisch onderzoek én mogelijk kan dienen als orgaandonor. Mooi dus dat vandaag in het wetenschappelijke tijdschrift Nature wordt gerapporteerd dat het varkensgenoom is uitgeplozen.
Onder andere werd er daarbij goed gekeken naar de genen van het varken die met immuniteit samenhangen. Martien Groenen (Wageningen University), een van de drie leiders van het project, legt uit waarom: “Omdat het van groot belang is te begrijpen waarom varkens en mensen verschillend reageren op bepaalde ziekteverwekkers, is het belangrijk de immuniteitsgenen in kaart te brengen. Daarnaast is gevoeligheid voor en resistentie tegen ziektes van groot belang voor de varkensfokkerij.”
Honderdvijftig genomen
Interessant is ook wat het genoom ons vertelt over wat de dieren proeven. “Het blijkt dat het varken minder genen voor smaakreceptoren heeft voor met name zout en bitter”, zegt Groenen. “Dat verklaart waarom varkens dingen eten die voor de mens oneetbaar zijn.” En dat kan weer een reden zijn geweest waarom het varken vroeger zo’n handig dier was om te houden, vervolgt de wetenschapper. “We konden het afval voeren en dat zo omzetten in vlees.”
Er is overigens niet maar een varkensgenoom vastgesteld. Van één dier, dat behoorde tot het Amerikaanse Duroc-ras, werd een ‘referentiegenoom’ bepaald van hoge kwaliteit. Daarna werden voor de in Nature gepubliceerde studie de genomen gesequencet van 48 andere varkens van diverse varkensrassen en wilde zwijnen uit Europa en Azië, die met het referentiegenoom konden worden vergeleken. En de ‘genomenteller’ loopt nog steeds, vertelt Groenen. “Op dit moment hebben we al honderdvijftig dieren van 25 verschillende rassen gesequencet. Dit aantal gaan we nu uitbreiden naar drie- tot vierhonderd dieren.”
Champagne!
Rest de vraag waarom het eigenlijk relatief lang heeft geduurd voordat het varkensgenoom aan de beurt kwam, als het zo’n belangrijke soort voor ons is. “Daar hebben wij ons ook wel druk over gemaakt”, vertelt Groenen. “Hierbij spelen helaas allerlei politieke en persoonlijke beslissingen een rol binnen de organisaties die dit soort onderzoek financieren. De financiering van het varkensgenoom is daardoor tussen 2004 en 2009 een beetje tussen wal en schip terechtgekomen.” Maar nu is het genoom er dan toch, en dat is het belangrijkste, besluit Groenen. “Daar gaat onze groep vandaag een glas champagne op drinken.”
Bron: Nature