De productie van het ei begint met de vorming van de dooier in de eierstok van de hen.
De klodder eigeel zakt naar de eileider, een lange spiraalvormige buis waarin het ei continu wordt gedraaid en kan worden bevrucht. Tijdens de reis door de eileider wordt de dooier afgewerkt met een membraan, voorzien van de hagelsnoeren (de zogenoemde chalazae, twee ‘eiwitbanden’ om de dooier op zijn plek houden), verschillende lagen albumine (eiwit) en wat schaalvliezen. Pas in het onderste deel van de eileider, vlak voordat het ei wordt gelegd, gaat de eierschaal van calciumcarbonaat eromheen.
Het hele proces neemt ongeveer één etmaal in beslag, waarvan maar liefst 21 uur is ingeruimd voor de vorming van de schaal. Het eetbare deel van een ei bestaat overigens voor 74 procent uit water, voor 12 procent proteïne en voor 11 procent vet. De laatste 3 procent is koolhydraten, vitamines en mineralen.
Ook een grote vraag? Mail hem naar info@kijk.nl!