Honden blijken hun soortgenoten, hoe verschillend ook, op foto’s te kunnen onderscheiden van allerlei andere dieren.
Als je een Sint-Bernard naast een chihuahua zet, heb je nou niet echt het idee dat je naar twee exemplaren van dezelfde diersoort zit te kijken. Toch blijken honden prima in staat om hun soortgenoten te onderscheiden van andere dieren, of mensen. En daar hebben ze niet eens hun fijne neus bij nodig, zo blijkt uit nieuw onderzoek van Dominique Autier-Dérian en collega’s.
Autier-Dérian en haar team lieten negen getrainde honden (drie ervan zie je op de foto boven dit bericht) steeds twee foto’s te tonen. Een van de foto’s liet de kop van een hond zien, de ander de kop van een mens, koe, kat, schaap, cavia of andere diersoort. Alle negen de proefhonden bleken vervolgens in staat om de foto van de hond te kiezen, door eropaf te lopen en hun poot op een platformpje neer te zetten.
Links (a) een tekening van het experiment. In het midden (b) een hond die twee foto’s te zien krijgt, een van een hond en een van een koe. Rechts (c) geeft de hond aan dat hij denkt dat de rechterfoto een soortgenoot toont.
Blijkbaar hebben honden dus, hoezeer ze ook door de mens allerlei kanten op zijn gefokt, nog steeds bepaalde vaste kenmerken die andere honden in staat stellen om ze – puur op een foto, dus zonder reukzin of andere zintuigen erbij te betrekken – te herkennen als soortgenoot.
Bronnen: Animal Cognition, Springer via EurekAlert!
Beeld: Animal Cognition