Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Met een nieuwe techniek stelden onderzoekers vast welke subset dopamine-producerende hersencellen een rol speelt bij de ziekte van Parkinson.
Bij mensen met de ziekte van Parkinson sterven door de jaren heen dopamine-producerende hersencellen af. Door het tekort aan dit belangrijke stofje krijgen veel patiënten problemen met bewegen. Zo kunnen ze last krijgen van stijfheid en ongecontroleerde trillingen, zogenaamde tremor.
Dat de geleidelijke dood van die ‘dopamine-cellen’ een rol speelt in de ziekte van Parkinson, wist men. Maar welke cellen dat precies zijn, was onbekend. Tot nu. Dankzij een relatief nieuwe techniek zou een team Harvard- en MIT-onderzoekers de identiteit van deze cellen hebben vastgesteld. De hoop is met de nieuwe kennis onder meer betere behandelmethoden te kunnen ontwikkelen.
Lees ook:
Bewegen
De ziekte van Parkinson is een progressieve hersenaandoening waarvoor momenteel geen genezing bestaat. Volgens Volksgezondheid en Zorg (VZ), deel van het RIVM, leden er in 2020 ruim 52.700 mensen aan de aandoening. Hoewel de exacte symptomen per persoon verschillen, slaat de ziekte over het algemeen in op de motoriek van de patiënten: bewegen wordt moeilijker.
Dit is de wijten aan een tekort aan dopamine. Velen zullen deze stof kennen als ‘het gelukshormoon’, betrokken bij het beloningsysteem in de hersenen. Maar naast het geven van een extreem goed gevoel, helpt dopamine ons ook om soepel en gecontroleerd te bewegen. Het dopamine-tekort bij mensen met de ziekte van Parkinson komt door het geleidelijk afsterven van hersenencellen die het stofje produceren.
‘Dopaminecellen’
Onderzoekers zijn zich al jaren bewust van de link tussen die ‘dopamine-fabriekjes’ en de ziekte van Parkinson. En hoewel ze zelfs weten dat die cellen in de zogenaamde substantia negra (zwarte kern), het middendeel van de hersenen, liggen, was het onduidelijk welke cellen precies verantwoordelijk zijn.
Het team achter de nieuwe studie, dat onlangs werd gepubliceerd in Nature Neuroscience, gebruikte een relatief nieuwe techniek om dat te achterhalen: zogenaamde single cell RNA sequencing. Met deze methode kunnen onderzoekers het RNA in individuele cellen in beeld brengen. Dat vertelt hen over welke genen in een enkele cel actief zijn en welke eiwitten er gemaakt worden.
Celdood
Met deze techniek nam het team cellen uit de substantia negra van acht mensen zónder de ziekte van Parkinson onder de loep. Ze ontdekten er tien verschillende sets van dopamine-producerende cellen. Vervolgens deden de onderzoekers hetzelfde bij de hersenen van tien mensen die overleden waren aan Parkinson of Lewy body dementie, een vergelijkbare aandoening.
Slechts in één subset bleek het aantal hersencellen afgenomen in de ‘zieke’ hersenen ten opzichte van in de gezonde. Anders gezegd: alle afgestorven dopamine-producerende hersencellen behoren tot dat ene groepje. Volgens de onderzoekers moet het dan ook dat ‘kluitje’ zijn dat verantwoordelijk is het dopaminetekort bij de ziekte van Parkinson.
De nog naamloze subset bestaat uit ongeveer 100.000 cellen, zo schrijven de onderzoekers. Dat klinkt als veel, maar is een schijntje als je het afzet tegen de meer dan 30 biljoen cellen in ons lichaam.
Behandelingen
De identificatie van de ‘Parkinsoncellen’ helpt onderzoekers de ziekte beter te begrijpen. Ook hoopt het team achter de nieuwe studie dat de vondst gebruikt kan worden om betere medicijnen en behandelingen voor de vooralsnog ongeneselijke ziekte te ontwikkelen.
Bronnen: Nature Neuroscience, New Scientist