Wanneer er meer koolstofdioxide in de lucht zit, kunnen bomen er minder van opnemen. De schuldigen: plantenetende insecten.
Wie groente in eigen tuin verbouwt, zal ongetwijfeld het gevecht met plantenetende insecten zijn aangegaan. Vaak kunnen de rupsen meer van de sla eten dan jijzelf. Onderzoekers van de Universiteit van Wisconsin-Madison ontdekten dat deze beestjes er ook voor zorgen dat bomen minder koolstofdioxide kunnen opnemen wanneer er juist veel van in de lucht zit.
Pvc buizen en wasmanden
Het onderzoek werd uitgevoerd in een aangelegd bos in Wisconsin. De wetenschappers wilden namelijk dat de bomen in natuurlijke omstandigheden konden groeien. Onder de bomen lagen PVC buizen waardoor de onderzoekers extra CO₂ de lucht in konden blazen. Verder plaatsten ze door het hele bos wasmanden met dekens om vallende bladeren en insectenpoep op te vangen. Daarnaast knipten ze enkele bladeren van de bomen af. Met dit materiaal konden ze uitrekenen hoeveel de bomen groeiden en hoeveel de insecten aten.
Daarbij namen de wetenschappers de hoeveelheid CO₂ die wordt verwacht in 2050 als uitgangspunt. Bij zoveel CO₂ in de lucht verdubbelde het aantal door insecten beschadigde bladeren vergeleken met hoeveel bladeren de insecten nu eten. Doordat er zoveel van de boom wordt opgegeten, kunnen deze minder koolstofdioxide opnemen om te groeien.
Meer of minder?
En hoe kan het dan dat insecten zoveel meer gaan eten wanneer er meer CO₂ in de lucht zit? De hoeveelheid koolstofdioxide die een boom opneemt, bepaalt hoeveel de boom van andere voedingstoffen opneemt. Bij hoge concentraties CO₂ worden de bladeren van de boom daardoor vaak minder voedzaam voor de insecten. Om toch aan hun dagelijkse hoeveelheid voedingsstoffen te komen, moeten de insecten daarom veel meer bladeren eten. Hoewel de boom dus meer CO₂ zou kunnen opnemen, zorgen de hongerige insecten er uiteindelijk voor dat dit veel minder gebeurt.
Bronnen: Nature Plants, University of Wisconsin-Madison via EurekAlert!