Een internationaal team van astronomen heeft de Pandoracluster aan een nader onderzoek onderworpen. Dit leverde een schat aan informatie op over deze puinhoop van vier op elkaar geknalde sterrenstelsels.
De Pandoracluster ontstond doordat vier sterrenstelsels in de loop van de afgelopen 350 miljoen jaar op elkaar geknald zijn. Astronomen hebben nu geprobeerd de geschiedenis van deze kosmische kettingbotsing te reconstrueren. “Zoals de politie onderzoek verricht na een verkeersongeval, zo kunnen wij aan de hand van waarnemingen uitvinden wat daar de afgelopen honderden miljoenen jaren is gebeurd”, legt Julian Merten, een van de hoofdonderzoekers, uit.
Hoewel de sterrenstelsels van Abel 2744, de officiële naam van de cluster, duidelijk zichtbaar zijn met de Very Large Telescope (VLT) en de Hubble Ruimtetelescoop, vormen ze slechts 5 procent van de totale massa. De rest bestaat uit heet gas (20 procent), dat alleen röntgenstraling uitzendt, en donkere materie (75 procent). Voor de röntgenstraling volstaat een meting met de Chandra X-Ray Observatory, maar de donkere materie is wat lastiger.
Donkere materie is een mysterieus goedje dat geen straling uitzendt, absorbeert of weerkaatst, maar het maakt zijn aanwezigheid wel kenbaar doordat het de lichtstralen van sterrenstelsels uit de achtergrond ombuigt. Dat leidt tot verstoorde plaatjes van de VLT en Hubble van deze sterrenstelsels, maar laat wel duidelijk zien waar de onzichtbare donkere materie zich bevindt.
Door alle waarnemingen te combineren, stelden de astronomen de bovenstaande foto samen en daarop zijn een heel stel bizarre effecten te zien. Zo veroorzaakte de crash een gigantische schokgolf, de ‘bullet’ genoemd, in het hart van de cluster. Verder blijken zich op bepaalde pekken alleen heet gas te bevinden (rood op de foto) en op andere plekken alleen donkere materie (zichtbaar in blauw). Binnenkort gaat het onderzoeksteam deze en andere mysterieuze fenomenen verder bestuderen, want dat er nog veel meer te ontdekken valt, is wel zeker.
Beeld: NASA, ESA, ESO, CXC, D. Coe, J. Merten