Het Amerikaanse leger heeft twee luchtschepen gepresenteerd die het land gaan beschermen tegen onder meer vijandelijke kruisraketten.
Amerika gaat zichzelf beschermen met zeppelins. De 74 meter lange luchtschepen, waarvan er volgende week eentje bij wijze van proef wordt opgelaten, maken deel uit van het Joint Land Attack Cruise Missile Defense Elevated Netted Sensor System (JLENS). Ze zijn voorzien van geavanceerde radarsystemen en worden op drie kilometer hoogte aan lange kabels boven de Amerikaanse oostkust gehangen.
De eerste zogenoemde aerostat heeft een radarsysteem waarmee het inkomende kruisraketten, (onbemande) vliegtuigen, maar ook schepen kan opsporen. De tweede is uitgerust met een precisieradar om die doelen vervolgens onder vuur te kunnen nemen. Dat gebeurt niet door de zeppelins zelf, want die zijn onbewapend. De doelgegevens die aerostats verzamelen, gaan naar afweersystemen op het land, in de lucht of op schepen die er vervolgens voor zorgen dat de dreiging wordt uitgeschakeld.
Het blijft raar dat een tot de tanden bewapend land als Amerika zulke ‘low tech’ luchtschepen gaat inzetten om zich te beschermen. Generaal-majoor Glen Bramhall van de Amerikaanse Army Air and Missile Defense zegt daarover: “We kunnen wel kruisraketten uit de lucht halen, maar we hebben beperkte mogelijkheden om ze op te sporen. Door JLENS kunnen we over de horizon kijken (en de raketten dus eerder aan zien komen –red.) en dat geeft onze systemen de kans om ze uit te schakelen.”
Kosten van het door Raytheon uitgevoerde JLENS-project bedragen tot nu toe 2,8 miljard dollar (2,3 miljard euro). Daar is onlangs nog 43 miljoen dollar bijgekomen om het systeem het komende jaar te kunnen testen. Maar op de lange termijn gaat het project geld besparen. Je kunt namelijk continu speciale vliegtuigen in de lucht houden om de boel te bewaken, maar dat zou vijf tot zeven keer zo duur zijn als het JLENS-systeem.
Bron: The Guardian / Raytheon
Beeld: Raytheon