Het nieuwe deeltje dat onlangs zou zijn gevonden met een Amerikaans experiment, is niet aangetroffen in de data van het Europese experiment LHCb.
Eind februari maakte het team achter het Amerikaanse experiment DZero bekend een nieuw deeltje te hebben gevonden in data die eerder was verzameld met de deeltjesversneller Tevatron. Onderzoekers betrokken bij het LHC-experiment LHCb (zie foto) ging er vervolgens ook naar op zoek in hun eigen data. Afgelopen weekend maakten ze op een grote deeltjesconferentie bekend niets te hebben gevonden.
Het deeltje waar het om draait, zou bijna zes keer zo zwaar zijn als het proton. Het betreft een zogenoemde tetraquark; een deeltje dat bestaat uit vier quarks. Bijzonder, want decennialang leek het erop dat deeltjes alleen uit twee of drie (anti)quarks konden bestaan. Extra bijzonder is dat het nieuwe deeltje uit vier verschillende (anti)quarks zou bestaan. Daarin wijkt het deeltje af van de eerdere tetraquarks die sinds 2003 her en der zijn gesignaleerd.
Snelle zoektocht
De kans dat de waarneming van DZero niet wees op het bestaan van een nieuw deeltje, maar op toeval berustte, was volgens de analyse van het team zelf miniem. Toch was het belangrijk dat er een onafhankelijke bevestiging kwam. Daarom nodigde DZero andere experimenten uit om in hun eigen data op zoek te gaan naar het nieuwe deeltje.
Het team achter LHCb, een van de vier grote experimenten opgesteld langs de 27 kilometer lange LHC-tunnel, nam de uitdaging aan. De snelle zoektocht die daar gedurende de afgelopen paar weken op volgde, heeft echter niets opgeleverd, zo maakte de Nederlandse deeltjesfysicus Jeroen van Tilburg zondagmiddag bekend.
Dat betekent niet noodzakelijkerwijs dat het DZero-team ernaast zat, zegt Patrick Koppenburg, een van de tetraquarkexperts van LHCb. “Bewijzen dat het deeltje niet bestaat, kan alleen het experiment CDF, dat bij dezelfde deeltjesversneller hoorde.” Maar de snelle bevestiging waar DZero op hoopte, is er dus in elk geval niet gekomen.
Bronnen: LHCb, pdf van presentatie
Beeld: Reidar Hahn/Fermilab