Luchtvaarthistorie: Apaches onder vuur

André Kesseler

23 februari 2014 13:00

Elke zondag op de KIJK-site: een legendarische gebeurtenis of een opmerkelijk vliegtuig uit de luchtvaartgeschiedenis. Deze keer: een mislukte aanval van de beste gevechtshelikopters ter wereld. 

Een Apache AH-64 is een formidabel wapen. Het is uitgerust met nachtzichtapparatuur, een radarstoorzender, infrarood afweersysteem en gps. Met het Target Aquisition and Designation System (TADS) kunnen van grote afstand doelen worden opgespoord die daarna vanaf 8 kilometer afstand bijvoorbeeld met Hellfire-raketten (helicopter launched fire-and-forget) of ongeleide Hydra-raketten kunnen worden bestookt. En alsof dat niet genoeg is, hangt onder de cockpit nog het M230E1-snelvuurkanon dat per minuut 625 pantserdoorborende projectielen van 30 millimeter richting de vijand kan jagen. Onverslaanbaar, zou je denken. En toch werd een groep van 31 Apaches in 2003, tijdens de invasie van Irak, bijna afgeslacht.

Op 24 maart, vier dagen na het begin van de oorlog, waren de coalitietroepen lekker op weg richting Bagdad. Maar de Irakezen hadden tijdens de strijd om de stad Nasiriya toch wat kleine succesjes geboekt en de Amerikaanse legerleiding wilde voorkomen dat ze daardoor al te ‘geïnspireerd’ zouden raken. Om de shock & awe-campagne (een moderne Blitzkrieg) en de snelle opmars naar de Iraakse hoofdstad aan de gang te houden, werd besloten om 31 Apaches vooruit te sturen. Die zouden in de buurt van Karbala, zo’n 100 kilometer ten zuiden van Bagdad, alvast de Medinadivisie uitschakelen. Die elitetroepen van Saddam Hoessein waren onder meer uitgerust met tanks, luchtafweergeschut, pantservoertuigen en artillerie.

Brownout

Het liep eigenlijk vanaf het begin al mis. Het gebied zou met raketten worden voorbewerkt, waarna de Apaches de klus af zouden maken. Maar doordat de toestellen wat vertraging opliepen tijdens het tanken, vertrokken ze drie uur later dan gepland. En als een soort van voorteken stortte bovendien een van de toestellen neer tijdens een zogenoemde brownout, waarbij de vlieger gedesoriënteerd raakt door de enorme hoeveelheid zand en stof die door draaiende rotorbladen wordt opgeworpen.

Later bleek dat, terwijl de toestellen over verschillende stadjes en dorpjes richting hun doel vlogen, de Amerikaanse inlichtingendiensten in het gebied ineens veel meer mobiele telefoongesprekken opvingen dan normaal. Helaas werd dat te laat opgemerkt of verkeerd geïnterpreteerd om het debacle te kunnen voorkomen.

De Iraakse troepenmacht wist dus waarschijnlijk dat de Apaches in aantocht waren. Toen de toestellen over de plaats Al Iskandariyah vlogen, gingen in één klap alle lichten in het stadje uit en meteen daarna brak de hel los. De laagvliegende gevechtshelikopters werden van alle kanten beschoten met geweren, rpg’s (granaatwerpers) en mitrailleurs.

Vrijwel meteen stortte de Apache met het call sign Vampire 12 neer nadat het hydraulische systeem door kogelinslagen beschadigd was geraakt. (De twee bemanningsleden werden gevangengenomen en een maand later bevrijd.) Na een halfuur vechten, konden de Apaches niets anders dan zich met de staart tussen de benen terugtrekken.

Na terugkeer op de basis werd duidelijk dat het een wonder was dat er niet meer toestellen waren neergehaald. Slechts één Apache had het strijdperk ongeschonden verlaten. De overige toestellen hadden gemiddeld zeventien kogelgaten en bij eentje werden zelfs 29 inslagen geteld. Maar liefst zestien hoofdrotors, zes staartrotors, zes motoren en één aandrijfas waren onherstelbaar beschadigd; het kostte een maand voordat alle helikopters weer luchtwaardig waren.

Tactische blunders

Uiteraard werd er een onderzoek gestart naar deze major fuck up. De oorzaak bleek, zoals zo vaak in dit soort gevallen, een fijne opeenstapeling van tactische blunders. De drie uur tussen de raketbeschietingen en de aanval van de vertraagde Apaches gaven de Irakezen de kans om te hergroeperen en hun stellingen opnieuw in te nemen. Bovendien vond het leger het schijnbaar niet nodig om de luchtmacht om hulp te vragen en het gebied eerst door bijvoorbeeld F-18’s te laten bombarderen of hen boven het gebied rond te laten hangen zodat ze in geval van nood konden bijspringen.

Daar kwam nog bij dat de Irakezen hun pantservoertuigen en tanks van de Medinadivisie hadden verspreid en de Amerikanen niet goed wisten waar ze waren gebleven. Het gevolg daarvan was dat de Apaches op zoek naar hun doelen nog lager en trager over het gebied vlogen dan ze normaal zouden doen.

Ook hadden de Amerikanen last van hun eigen rules of engagement (kortweg ROE; de regels waar ze zich op het slagveld aan moeten houden). Omdat ze er van uitgingen dat er nog burgers in Al Iskandariyah zaten en ze voornamelijk vanuit huizen werden beschoten, moesten ze elke doel identificeren voordat het onder vuur mocht worden genomen. De Irakezen maakten daar handig gebruik van door de toestellen vanuit één positie, en dan het liefst van de zij- of achterkant, te beschieten. Als dat gebeurde, hing de vlieger zijn toestel stil in de lucht, zodat de schutter het doel op kon sporen. En op dat moment werd de Apache van alle kanten door de Irakezen onder vuur genomen.

Stokoude karabijn

Opmerkelijk genoeg probeerden de Irakezen de eer van het neerhalen van de Apache niet toe te schrijven aan de heldhaftige strijders van de Medinadivisie, maar aan een eenzame boer; Ali Abid Minqash. Die zou de gevechtshelikopter hebben neergehaald met zijn stokoude Brno-karabijn.

Minqash werd na de oorlog opgespoord door een verslaggever van de Koeweitse krant al-Rai al-Aam en hij ontkende. “Ik heb helemaal geen Apache neergeschoten”, verklaarde de boer. “Ik liep alleen maar, zoals ik elke morgen doe, naar mijn weiland en daar zag ik een helikopter staan. Toen ik door had wat het was, ben ik naar het dichtstbijzijnde overheidskantoor gelopen om te vertellen wat ik had gevonden. En toen die lui kwamen kijken, moest ik van hen vertellen dat ik het toestel met een oud geweer had neergeschoten.”

Twee dagen na de mislukte aanval deden de Amerikanen een nieuwe poging om de Irakezen uit het gebied rond Karbala te verdrijven. Ditmaal volgens de regels der kunst: inleidende artilleriebeschietingen van een minuut of vier, voldoende jachtvliegtuigen in de lucht, en de Apaches die vanaf een veilige afstand of op volle snelheid de vijanden onder vuur namen.

Het achtergebleven wrak van de Apache werd overigens twee dagen na de mislukte aanval met een raket vernietigd om het uit handen van de Irakezen te houden.

Bronnen: BBC NewsMilitary PhotosWikipediaCNN

Beeld: David Monniaux/CC BY-SA 3.0

Meest gelezen


De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."