Met behulp van een magneet kunnen stamcellen nu preciezer naar de juiste plek worden geleid. De eerste tests in muizen zijn geslaagd, publiceerden biomedische onderzoekers deze week.
Voor het eerst is in muizen aangetoond dat ingespoten stamcellen naar een bepaalde plek kunnen worden gestuurd. Amerikaanse onderzoekers brachten ijzeroxide-nanodeeltjes in de cellen en labelden ze. Vervolgens spoten ze de cellen in muizen. De meeste cellen verplaatsten zich naar de staart, waar een magneet zat (linkermuis op de afbeelding hieronder). Zonder de magneet bleken de cellen vooral in de longen en lever terecht te komen (rechtermuis).
De techniek met de magneet is niet helemaal nieuw. Wetenschappers bedachten al eerder dat ze ijzeroxide in cellen konden brengen om ze te sturen. De cellen raakten daardoor echter beschadigd of konden hun therapeutische taak niet meer volbrengen. Met de nieuwe techniek, waarvan de resultaten deze week werden gepubliceerd in het tijdschrift Small, worden de nanodeeltjes eerst verpakt in een onschadelijk laagje.
Bloedvaten repareren
Stamcellen zijn cellen die kunnen uitgroeien tot allerlei celtypen. Embryo’s bestaan bijna helemaal uit stamcellen, maar de zogenoemde ‘oercellen’ komen ook voor in het beenmerg van volwassenen. In het experiment met de magneet werden beenmergcellen gebruikt, die kunnen uitgroeien tot bijvoorbeeld bot, maar ook helende stoffen kunnen produceren.
Tot nu toe hebben de onderzoekers aangetoond dat de ingespoten stamcellen blijven leven en naar de magneet worden getrokken. De volgende stap is om de cellen ook echt een taak te laten uitvoeren. In dieren zal eerst worden getest of de cellen bloedvaten kunnen repareren. Als dat succesvol blijkt, kan de techniek worden ingezet bij hart- en vaatziekten.
Beeld: Emory University