Radar is mooi. Radar is handig. Maar het heeft ook zo zijn beperkingen. Bij DARPA, het onderzoeksinstituut van het Amerikaanse leger, wordt gewerkt aan een verbeterde versie.
Een van de belangrijkste nadelen is dat er niks tussen het radarsysteem en het doel mag staan. Line-of-sight heet dat in goed Engels. Radargolven worden uitgezonden, bijvoorbeeld door een vliegtuig teruggekaatst, en met die opgevangen echo wordt zo’n toestel dan zichtbaar op de radarschermen. Als er een auto door een stad moet worden gevolgd, is dat een probleem. De line-of-sight wordt steeds door allerlei gebouwen verstoord.
Het Defense Advanced Research Projects Agency probeert nu een radarsysteem te ontwikkelen dat de gebouwen als een soort spiegels gebruikt. Het vangt de door de muren en ramen weerkaatste signalen op en kan daaruit de radarsignatuur van een specifieke auto peuren.
De Multipath Exploitation Radar (MER) is zo gevoelig dat hij twee auto’s van hetzelfde merk en type uit elkaar kan houden. Door verschillen in de stand van bijvoorbeeld buitenspiegels of de positie van de radioantenne heeft elke auto zo zijn eigen ‘vingerafdruk’.
Er wordt door het onderzoeksinstituut ook gewerkt aan een algoritme waarmee meerdere auto’s tegelijk kunnen worden gevolgd. Volgens DARPA zijn er met het nieuwe systeem slechts drie met MER uitgeruste onbemande vliegtuigjes nodig om één of meerdere auto’s door een stad van 1000 vierkante kilometer te kunnen volgen.
Bronnen: New Scientist
Beeld: DARPA