Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Een stenen werktuigkit van 2,9 miljoen jaar oud wakkert de discussie aan van welke mensachtige nu eigenlijk de eerste gereedschapsmaker was.
Een bijzondere vondst nabij het Victoriameer in Kenia. Het oudste voorbeeld van Oldowan-gereedschap, een grote innovatie van het stenen tijdperk, werd gevonden nabij nijlpaardenbotten en de kiezen van de mensachtige Paranthropus. Betekent dit dat niet de Homo habilis maar diens meest nabije verwant de eerste was die stenen werktuigen vervaardigde en gebruikte? Het zou zomaar kunnen, schrijven onderzoekers van onder meer het Smithsonian’s National Museum of Natural History (VS) in het tijdschrift Science.
Lees ook:
- Zes dieren die gereedschap gebruiken
- Menselijke botten waarschijnlijk gebruikt als meststof
- Werken met gereedschap is goed voor je taalgevoel
Hamer en aambeeld
Het zogenoemde Oldowan-gereedschap bestaat meestal uit drie onderdelen: een hamersteen, een kernsteen en diverse scherven. De hamersteen kan dienen als een soort aambeeld. Met de ovaalvormige kernsteen sloegen de gebruikers ertegenaan. Wanneer dat met de juiste hoek gebeurt, breken er van de kernsteen scherven af. Deze scherven zijn uitermate geschikt voor de het snijden en schrapen van vlees.
De werktuigen waren een grote vernieuwing in het stenen tijdperk. Dat komt omdat ze het mogelijk maakten veel systematischer en efficiënter te slachten. Voorheen gebruikten mensachtigen platte rotsen uit het landschap om op in te rammen met een steen en scherven te maken. Maar deze scherven waren groot, grof en verschilden nogal eens in kwaliteit.
De onderzoekers, onder leiding van Richard Potts en Thomas Plummer, deden de vondst bij de plaats Nyayanga dankzij de tip van een lokale bewoner. Naast maar liefst 330 voorwerpen, vonden ze ook diverse fossielen van grote dieren, waaronder drie nijlpaarden. En bijzonder: twee kiezen van de Paranthropus.
Nijlpaardentartaar
Microscopische analyse van de slijtagesporen op de gereedschappen toonde aan dat ze inderdaad werden gebruikt voor het slachten van dieren en het bewerken van het vlees. De mens vond het vuur trouwens pas 2 miljoen jaar later uit. Het zou zomaar kunnen dat de mensachtigen het nijlpaardenvlees op zo’n manier tot moes sloegen dat het veranderde in een soort nijlpaardentartaar.
De onderzoekers gebruikten verschillende dateringstechnieken om vast te stellen hoe oud het Oldowan-gereedschap was. Zo keken ze onder andere naar de verhouding radioactieve elementen in de voorwerpen. De leeftijd van het gereedschap wordt geschat tussen de 2,58 en 3 miljoen jaar. Dat is het begin van de steentijd.
De werktuigen zijn gevonden op 1300 kilometer van Ledi-Geraru, Ethiopië, waar het voorheen oudste voorbeeld van Oldowan-stukken werd gevonden (van 2,6 miljoen jaar oud). Dit toont volgens de onderzoekers aan dat het gebruik ervan meer wijdverbreid was dan gedacht.
Snijsporen
Ook de dierenbotten werden aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen. De (incomplete) nijlpaardenskeletten vertoonden diepe snijsporen op de ribben en een serie van korte, parallelle sneden op het scheenbeen.
En die kiezen? Die behoorden tot de mensachtige Paranthropus. Het zou dus zomaar kunnen dat het individuen van dit geslacht waren die het gevonden Oldowan-gereedschap vervaardigden en gebruikten. Als dit klopt, betekent het dat dit geslacht dus in staat was tot zulke grote innovaties. Iets wat voorheen alleen aan het Homo-geslacht werd toegeschreven.
Geen geofacten?
“Die theorie is super-interessant”, vertelt Gerrit Dusseldorp van de Universiteit Leiden. Hij is paleontoloog en expert op het gebied van jagers en verzamelaars in het stenen tijdperk. “Er waren al eerder aanwijzingen dat Paranthropus wel eens werktuigen gemaakt zou kunnen hebben. Hun handen en vingerkootjes hebben er in ieder geval de juiste anatomie voor. Deze studie lijkt dat beeld te versterken.”
Over de analyse van de voorwerpen is hij wel wat sceptisch. “Ze hebben ongeveer de juiste vorm om voor Oldowan-gereedschap door te kunnen, maar diagnostische kenmerken die archeologen gebruiken om ze te onderscheiden van geofacten (structuren gemaakt door geologische processen, red.) ontbreken deels. Daarnaast is het niet honderd procent uitgesloten dat sommige gebruikerssporen het gevolg zijn van bijvoorbeeld bewegingen van de aardlaag waarin ze zijn gevonden.”
Ook bij de snijpatronen op de dierenbotten is het oppassen geblazen, stelt Dusseldorp verder. “Andere processen kunnen vergelijkbare sporen opleveren, zoals krokodillenafdrukken. Maar het naast elkaar voorkomen van die botten met de stenen werktuigen vergroot wel het vertrouwen in de conclusie van de onderzoekers. Al met al een zeer fascinerende vondst, die vooral ook laat zien hoe complex het interpreteren van dit soort superoude opgravingen is.”
Bronnen: Science, Smithsonian via EurekAlert!, AAAS via EurekAlert!
Beelden in dit artikel: T.W. Plummer, J.S. Oliver, and E. M. Finestone, Homa Peninsula Paleoanthropology Project