Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
Er zou tussen 2,5 en 4 miljard jaar geleden elke 15 miljoen jaar een grote planetoïde op aarde geknald zijn. Dat is tienmaal meer dan men voorheen dacht.
Bewolkt met kans op meteorietenregen: zo luidde het gemiddelde weerbericht tussen 2,5 en 4 miljard jaar geleden. In deze periode, het zogenaamde Archeïcum, klapten er met regelmaat planetoïden en meteorieten op aarde. Die ‘regen’ had flink effect op de jonge planeet: niet alleen hielp het het oppervlak te vormen, het beïnvloedde ook de atmosfeer.
Volgens onderzoekers van onder meer de Harvard-universiteit, zouden de grotere brokstukken niet alleen nog vaker op aarde zijn ingeslagen dan men dacht, ze zouden mogelijk de toename van zuurstof in de aardatmosfeer hebben geremd, zo schrijven de onderzoekers in vakblad Nature Geoscience.
Lees ook:
Bombardement
Met name de grootsten – blokken van meer dan 9,5 kilometer – droegen met hun inslag bij aan de vorming van de planeet. Hoewel men het er over het algemeen over eens is dat deze inslaande ruimterotsen (zogenaamde impactoren) invloed hadden op de ontwikkeling van aarde en diens atmosfeer, is het onduidelijk hoe vaak dergelijke inslagen plaatsvonden. Ook hoe het precies de vroege aardatmosfeer aantastte, weten onderzoekers nog niet.
De geologen achter de nieuwe studie komen met antwoorden. Het team analyseerde overblijfselen van oeroude impactoren en ontwikkelde daarmee nieuwe modellen over het effect van de intense ‘regenbuien’ op aarde. Ze concludeerden dat het bijna tien keer vaker voorkwam dan men voorheen dacht: grofweg elke 15 miljoen jaar.
‘Impactbolletjes’
De onderzoekers speurden in het gesteente naar wat men in het Engels impact spherules noemt: kleine bolletjes ontstaan bij de gewelddadige impact van zo’n rotsblok op het aardoppervlak. De energie die bij zo’n inslag vrijkomt, smelt en verdampt beetjes van de aardkorst, dat vervolgens in een gigantische, gloeiendhete pluim omhoog schiet. Wanneer de die druppels gesmolten steen afkoelen, vallen ze als kleine, zandkorrelachtige bolletjes weer terug op het aardoppervlak.
Ook concludeerden de onderzoekers dat de impact van de grotere ruimterotsen, mogelijk aanzienlijk invloed hadden op de zuurstof in de atmosfeer. Volgens het team zou het het o zo belangrijke gas, als het ware uit de atmosfeer gezogen hebben.
Bronnen: Nature Geoscience, EurekAlert!1, 2
Beeld: SwRI/Dan Durda, Simone Marchi