Seksuele opwinding – en geaardheid – kunnen worden vastgesteld door naar iemands pupillen te kijken. Dat maakt het meten van de bloedstroom naar penis of vagina overbodig, waardoor onderzoeken met een seksueel tintje bij veel meer verschillende doelgroepen kunnen worden uitgevoerd.
De mate waarin iemand seksueel opgewonden is, kan worden vastgesteld door naar zijn of haar pupilgrootte te kijken. Dat schrijven twee Amerikaanse onderzoekers in hun wetenschappelijke artikel ‘The eyes have it‘ in het open-access-tijdschrift PLoS ONE. Hoewel een dergelijk verband tussen pupilgrootte en aantrekkelijkheid altijd al werd vermoed, was er eigenlijk nooit wetenschappelijk bewijs voor. Tot nu.
Filmpje kijken
Om tot deze conclusie te komen moesten 325 proefpersonen (165 mannen, 160 vrouwen) naar filmpjes van masturberende mannen en vrouwen kijken. Terwijl de mannelijke en vrouwelijke proefpersonen hun ogen uitkeken, werd per filmpje vastgelegd in hoeverre hun pupillen groter werden. Daarna werd ze gevraagd wat ze van de filmpjes vonden en moesten ze een vragenlijst invullen over hun seksuele geaardheid.
Toen de onderzoekers van de Cornell-universiteit die data combineerden, bleek dat het groter worden van de pupil gerelateerd is aan seksuele geaardheid of voorkeur. Heteromannen en -vrouwen kregen grotere pupillen bij de beelden van de andere sekse, terwijl dat bij homoseksuelen juist gebeurde als ze iemand van hetzelfde geslacht zagen. Pupilvergroting blijkt dus een goede graadmeter te zijn voor seksuele opwinding.
Bloedstroom vs. pupil
Dat inzicht is handig voor seksueel onderzoek, waar de mate van opwinding nu vaak wordt vastgesteld door de bloedstroom naar de penis of de vagina te meten. Dat is nogal ingrijpend, waardoor lang niet iedereen erop zit te wachten om op die manier de wetenschap te helpen. “Sommige mensen willen nou eenmaal niet meedoen aan onderzoek waar hun genitaliën aan te pas komen”, aldus onderzoeker Ritch Savin-Williams.
Als verder onderzoek bevestigt dat pupilgrootte inderdaad een goede maat is voor seksuele opwinding, kan dat betekenen dat dit soort onderzoeken in het vervolg dus bij een veel grotere en diverse doelgroep kan worden uitgevoerd. En dat is dan weer goed voor de generaliseerbaarheid van de resultaten.
Bronnen: PLoS ONE, Cornell University via EurekAlert!, Huffington Post
Beeld: babbagecabbage/CC BY 2.0